Argumenten over zijn kruisiging tot de opstanding
Door Elbert Pogosjan

 

Abstract:
Christenen claimen dat Jezus uit de dood is opgestaan. Zonder enige onderbouwing is deze claim absurd. De feiten beschouwd, is er consensus over dat Jezus is gestorven aan het kruis, dat hij vervolgens is begraven, dat zijn graf was afgesloten en werd bewaakt, dat het graf vervolgens leeg was en dat er sindsdien massaal door de mensen beweerd werd dat hij opgestaan is van de dood. Dit artikel zet de argumenten uiteen en bewijst dat er goede redenen zijn om de bijbelse verhalen in deze te geloven.

 

De opstanding van Jezus uit de dood is de basis geweest waaruit de apostelen het Christelijk geloof hebben gedeeld. Het is vanzelfsprekend dat men hier sceptisch over kan zijn. De opstanding uit de dood behoord immers niet tot de natuurlijke gang van zaken: Als een willekeurig boek, in dit geval de Bijbel, zegt dat iemand uit dood is opgestaan, betekent dat niet gelijk dat het ook werkelijk plaatsgevonden heeft. Het roept de vraag op welk bewijs er is?[1].

Het is daarom  goed hier een analyse van betrouwbaarheid op te doen. Welke redenen hebben christenen  om te geloven dat de opstanding daadwerkelijk plaatsgevonden heeft?

Belang van Jezus’ opstanding voor het christelijk geloof

Op zijn dertigste begon Jezus met zijn driejarige missie. Nadat Jezus aan zijn discipelen kenbaar had gemaakt wie hij is, deelt hij met hen dat de leiders hem gevangen zullen nemen, hem zullen martelen, doden en dat hij op de derde dag uit de dood zal opstaan (matteus 16:21, etc). Op een gegeven moment zien we dit tot vervulling komen in de bijbel zoals Jezus had gezegd. Hij wordt gevangen genomen, gedood en de graftombe waarin hij geplaatst werd is leeg gevonden door zijn discipelen en een tijdje later zien zij de opgestane Jezus. Dit verhaal is beschreven aan het einde van elk van de vier Evangeliën evenals in het begin van het boek Handelingen.

Het christelijk geloof vindt zijn hoop op het punt waar Jezus vanuit de Bijbel aan mensen laat zien dat de dood niet het einde is. Ieder die hem volgt zal niet verloren gaan maar eeuwig leven hebben met Christus. Dit is de kern en de hoop van het christelijk geloof, dat we door Hem onze zonden kunnen overwinnen en dat de dood niet het laatste woord heeft. Aan de hand hiervan volgt de volgende probleemstelling voor Christenen:

Als het verhaal geen gedegen argumenten kent is het af te doen als fabeltje, dan is er geen reden om te geloven dat de opstanding heeft plaatsgevonden. Dan zou er ook geen reden zijn om aan te nemen dat het Christelijk geloof waar is, er is dan geen redding van zonde en dood. De betrouwbaarheid van de opstanding is dus cruciaal.

Discussie over de historiciteit van Jezus’ dood en opstanding

Nu kunnen wij verder naar de vraag: welke argumenten zijn er om te geloven dat het Bijbelse verhaal van kruisiging tot opstanding daadwerkelijk historisch plaatsgevonden heeft?

De argumenten volgen de chronologie die de evangeliën behandeld:
1) kruisiging van Jezus
2) begrafenis van Jezus,
3) de soldaten die de graftombe bewaakten,
4) het lege graf,
5) de opstanding.

Deel 1: Kruisiging van Jezus

Het verhaal begint op het moment waar Jezus veroordeeld wordt om gekruisigd te worden door de Joodse leiders. Aan het einde van elk evangelie zien wij dat zij hem in de nacht gevangen nemen en hem verhoren in de Sanhedrin. Daar wordt hij veroordeeld om gekruisigd te worden vanwege de bewering dat hij God zou zijn. Vervolgens wordt hij volgens Matteus 27:1 uitgeleverd:

Toen het ochtend geworden was, kwamen al de overpriesters en de oudsten van het volk met betrekking tot Jezus gezamenlijk tot het besluit Hem te doden. 2 En zij boeiden Hem, leidden Hem weg en leverden Hem over aan Pontius Pilatus, de stadhouder.”

Volgens Marcus werd Jezus op de derde uur van de dag gekruisigd op toen der tijd joodse tijd, wat voor ons nu negen uur in de ochtend is.[2] Een Romeins anti-christelijke historicus Tacitus schrijft het volgende over de dood van Jezus: “Hun aanlegger, Christus, was geëxecuteerd in de tijd van

Figuur 1: Oudst bewaarde illustratie van kruisiging in Syriac Rebulla. Jaar 586.

Tiberius door de gouverneur van Judea, Pontius Pilatus.”[3] Vervolgens Josephus, een Joods farizeeër en historicus schrijft het volgende over de kruisiging van Jezus “Deze persoon was de Christus. En wanneer Pilatus hem veroordeeld had om gekruisigd te worden bij zijn beschuldiging door een van onze leiders,[4]

Zelfs de meest beruchte moderne bijbel criticus beweert dat er geen mogelijke twijfel bestaat dat Jezus gekruisigd zou zijn.[5]

Deel 2: Begrafenis van Jezus

Vervolgens wordt Jezus van het kruis afgehaald nadat hij het leven gegeven had. Op dat moment gebeurd het volgende volgens Lukas 23:51

Er was een man die Josef heette en afkomstig was uit de Joodse stad Arimatea. Hij was een raadsheer, een goed en rechtvaardig mens, die de komst van het koninkrijk van God verwachtte en niet had ingestemd met het besluit en de handelwijze van de raad (de ter dood veroordeling van Jezus). 52 Hij ging naar Pilatus en vroeg hem om het lichaam van Jezus. 53 Nadat hij het lichaam van het kruis had gehaald, wikkelde hij het in linnen doeken en legde het in een rotsgraf dat nog nooit was gebruikt.

Wat wij van Joseph van Arimetea weten is dat hij één van de Joodse leden van het gerechtshof was die Jezus veroordeeld had. Hij was tegen het idee om Jezus te veroordelen[6].  Professor Benoit schrijft in ‘The Passion and Ressurection of Jesus’ het volgende over de betrouwbaarheid: “Het feit dat Josef van Arimatea geen positie had in de vroege christelijke frame (of positie van autoriteit) werkt ten voordele voor de historische traditie.[7]” Wat dit punt nog eens versterkt is het feit dat er geen andere historische verhalen of theorieën bestaan, binnen en buiten de bijbel, dan dat Jezus in de graf tombe van Josef van Arimetea geplaatst is. Hierdoor wordt het bestaan en de overname van zijn lichaam door Jozef zoals de bijbel dit schets historisch aannemelijk, er is immers geen andere these. Voor deze reden hebben, volgens John A. Robinson van Cambridge Universiteit, zelfs de grootste Bijbelse critici een historisch consensus over dat Jezus in de graftombe van Josef geplaatst was[8].

Deel 3: De soldaten die de graftombe bewaakten

Nadat het lichaam in de graftombe geplaatst was zien wij dat de Farizeeërs, de leiders van gerechtshof, de opdracht gaven om de graftombe te bewaken zodat niemand het lichaam zou stelen. Mattheus 27:62:

De volgende dag, dus na de voorbereidingsdag, gingen de hogepriesters en de farizeeën samen naar Pilatus. 63 Ze zeiden tegen hem: ‘Heer, het schoot ons te binnen dat die bedrieger, toen hij nog leefde, gezegd heeft: “Na drie dagen zal ik uit de dood opstaan.” 64 Geeft u alstublieft bevel om het graf tot de derde dag te bewaken, anders komen zijn leerlingen hem heimelijk weghalen en zullen ze tegen het volk zeggen: “Hij is opgestaan uit de dood,” en die laatste leugen zal nog erger zijn dan de eerste.’ 65 Pilatus antwoordde: ‘U kunt bewaking krijgen. Ga nu en regel het zo goed als u kunt.’ 66 Ze gingen erheen en beveiligden het graf door het te verzegelen en er bewakers voor te zetten.”

Het is niet volledig duidelijk of het Romeinse soldaten waren die de opdracht kregen om het graftombe te bewaken of dat het Joodse tempel wachters waren. De reden waarom het Joodse tempel wachters konden zijn is vanwege de uitspraak van Pilatus in de grondtekst van Matteus 27:65 “echete koustOdian“, dat staat voor “jullie hebben bewakers[9]. Het zou echter in beide gevallen niet uitmaken gezien dat de steen verzegeld zou zijn met een Romeinse zegel[10]. De zegel stond voor de autoriteit en de macht van het Romeinse rijk. Het breken van de zegel betekent rebelleren tegen het Romeinse rijk wat tot gevolg de doodstraf levert[11]. Dus in beide gevallen of het nou Romeinse soldaten waren of Joodse wachters, beiden zouden de verzegelde steen met hun leven bewaakt hebben. Daarnaast hebben wij te maken met de volgende, de steen zelf. De stenen waarmee de graftombes gesloten werden waren groot en zwaar. Dus het stiekem stelen van het lichaam van Jezus zou niet eenvoudig geweest zijn. Om in het graf te komen moet je dus eerst langs de bewakers én vervolgens een zware steen wegrollen.

Deel 4: Het lege graf

Vervolgens gebeurd het volgende: het graf werd leeg gevonden. Volgens de Bijbelse verhaal zien wij in Lukas 24

En op de eerste dag van de ​week​ gingen zij, heel vroeg in de morgen, naar het ​graf​ en brachten de specerijen mee die zij gereedgemaakt hadden, en sommigen gingen met hen mee. 2 Zij nu vonden de steen afgewenteld van het ​graf. 3 En toen ze naar binnen gegaan waren, vonden zij het lichaam van de Heere ​Jezus​ niet.”.

Het Bijbelse verhaal geeft aan in verschillende evangeliën dat de bewakers in slaap gebracht werden door “twee mannen met blinkende gewaden” en dat zij vervolgens de steen weggerold hebben.

Het verhaal die de Joodse leiders vervolgens naar voren brachten was dat het lichaam gestolen is door de apostelen toen de bewakers aan het slapen waren. Dit is een argument dat in het jaar 165 door Justin Martyr opgeschreven is in zijn Dialoog met Trypho hoofdstuk 108

Een goddeloos en wetteloos ketterij is opgewekt door die ene Jezus, de Galileese misleider, wie wij gekruisigd hebben, maar zijn discipelen hebben zijn lichaam gestolen in de nacht uit zijn tombe waar hij geplaatst was wanneer hij van het kruis afgehaald werd. En nu misleiden zij de mensen door te zeggen dat hij van de dood opgestaan is en in de hemel is.”

Er is ook een ander getuigenis gegeven door de Joodse gemeenschap in de zesde eeuw om Jezus te belasteren. In het werk Toledoth Yeshu is Jezus beschreven als een onwettig bastaard kind van een soldaat genaamd Joseph Pandera. Ook hier werd hij gezien als een misleider die de mensen van de waarheid wegbracht. Daarin wordt over zijn dood als paragraaf het volgende geschreven:

Er werd ijverig gezocht naar het lichaam van Jezus en het werd niet gevonden in zijn graf. Een tuinier had zijn lichaam gepakt van het graf en bracht hem in zijn tuin en begroef hem in de zand waarop water de tuin in kwam.[12]

Figuur 2: Antieke graftombe’s

Beide tegen argumenten kennen het dilemma dat het lichaam niet zo maar gestolen kon worden door de apostelen. Ten eerste vanwege de bewakers die daar met hun leven de graftombe bewaakten. Ten tweede ook al zouden zij in slaap gevallen zijn, dan alsnog zou het wegrollen van de steen met diverse mensen niet ongehoord gaan. We weten dat ze niet gedood zijn omdat die bewakers achteraf in Matteus 28 met Joodse priesters in gesprek gaan. En daarnaast als ze in slaap zijn hoe konden zij weten dat het de apostelen zijn? Sterker nog, hoe dit ook bekeken wordt het feit blijft: Het graftombe was leeg. Immers het zeggen dat er in een tombe eerst een lichaam was en dat het dan gestolen is refereert dat het lichaam dat eerst was daar nu niet meer is. Zodoende het lege graf, wat dus ook door Joden wordt erkent is niet bestreden

Deel 5: De opstanding beweringen

De eerste opstanding beweringen werden gedaan door de “twee mannen met blinkende gewaden” aan de vrouwen die de graftombe wilden bezoeken aan het einde in de evangeliën. De vrouwen vertelden het vervolgens door aan de apostelen. Wat contextueel indrukwekkend is omdat een getuigenis van vrouwen in die historische context niet erg serieus genomen werd. Vervolgens zien wij dat de apostelen naar de graftombe rennen om te zien of het inderdaad leeg was of niet. Daarna wanneer ze weer bij elkaar verzameld zijn in hun huis worden zij bezocht door Jezus volgens Johannes 20:19

Toen het nu avond was op die eerste dag van de ​week​ en de deuren van de plaats waar de discipelen bijeen waren, uit vrees voor de ​Joden​ gesloten waren, kwam ​Jezus​ en Hij stond in hun midden en zei tegen hen: ​Vrede​ zij u! 20 En nadat Hij dit gezegd had, liet Hij hun Zijn handen en Zijn zij zien. De discipelen dan verblijdden zich toen zij de Heere zagen.”

Kort daarna begint Petrus vrijuit ijverig open in de straten te preken over de opgestane Jezus op de dag van Pinksteren. Daar waren duizenden mensen aanwezig, waarvan ook Joodse leiders. Nu konden zij Petrus makkelijk weerleggen en ontmaskeren als het  lichaam van Jezus inderdaad in de tuin begraven was zoals dat beweert werd. Dat deden ze niet en konden het ook niet omdat zowel zij als Petrus wisten dat dat niet het geval zou zijn maar zoals Petrus het ijverig  toesprak, hij opgestaan zou zijn. John Warwick beschrijft: “Het is ondenkbaar dat de vroege christenen zulke verhalen konden fabriceren en dan zo openlijk bij in de aanwezigheid van Joodse leiders konden prediken die hen makkelijk konden weerleggen door het tonen van het begraven lichaam van Jezus.”[13] Sindsdien gingen Petrus en de andere apostelen voor een tijd ijverig een opgestane Jezus verkondigen. C.S. Lewis zegt het volgende over hoe een apostel gezien werd: “In de vroegste dagen van het Christendom werd een ‘apostel’ ten eerst gezien als een man die beweerde de opgestane Jezus gezien te hebben”[14]Om de getuigenis compleet te maken hebben wij nog een persoon genaamd Saulus. Hij was een Joodse Schriftgeleerde die onder de stroming van Farizeeërs viel. Hij nam het op zich om de eerste christenen te vervolgen en te doden die meenden een opgestane Jezus gezien te hebben. Echter onderweg naar Damascus om een menigte christenen te vangen wordt hij persoonlijk bezocht door de opgestane Jezus volgens Handelingen 9:3

En terwijl hij onderweg was, gebeurde het dat hij dicht bij Damascus kwam. En plotseling omscheen hem een licht vanuit de hemel, 4 en toen hij op de grond gevallen was, hoorde hij een stem die tegen hem zei: Saul, Saul, waarom vervolgt u Mij? 5 En hij zei: Wie bent U, Heere? En de Heere zei: Ik ben ​Jezus, Die u vervolgt. Het is hard voor u, met de hielen tegen de prikkels te slaan.

Figuur 3: Paulus verblindt nadat Jezus hem benadert. Door Caravaggio, uit het jaar 1601.

Later is Saulus tot bekering gekomen en is volgeling van Jezus geworden, die sindsdien Paulus werd genaamd. Bijna de helft van het nieuwe testament, “de brieven van Paulus”, zijn door hem gepubliceerd. Hij heeft het christelijk geloof tot in Rome verkondigd en is in dat proces vaak gemarteld en in gevangenschap gezet omwille van het verkondigen van het evangelie van Jezus. Uiteindelijk is hij ook gedood in Rome omdat hij niet ophield met het verkondigen van Jezus. Hierop schrijft zelfs Joseph McCabe, een vrijdenker en één van de meest bekende ongelovigen begin twintigste eeuw “Paulus was volledig overtuigd over de opstanding; en dit bewijst dat dit kort na de dood van Jezus grootschallig gelooft werd.”[15]

Daarnaast hebben wij ook de bewering van de moderne scepticus Shirley Jackson Case van Universiteit van Chicago. Hij gaf het volgende uiteindelijk toe: “De getuigenis van Paulus alléén al is voldoende om ons te overtuigen, zonder twijfel, dat de opstanding in het algemeen geaccepteerd werd in zijn tijden-een getuigenis dat met de tijd steeds meer ondersteund werd, namelijk door de ooggetuigen.” [16]

Uiteraard kunnen er ook critici zijn die de betrouwbaarheid van de getuigenissen kunnen uitdagen. Zo zou er eerst afgevraagd kunnen worden: wat als zij gelogen hebben? Wat als Jezus helemaal niet opgestaan is uit de dood maar zij het gewoon verzonnen hebben om hun geloof te rechtvaardigen? In dat geval is het belangrijk om in overweging te brengen wat de apostelen hiermee wilden bereiken of winnen. Geld? Geld kregen zij hier niet voor, sterker nog ze verkochten al hun bezettingen volgens Handelingen 2-3. Wellicht hebben zij gelogen om zo hun christelijk geloof te behouden? Het prediken dat Jezus opgestaan is van de dood was levensgevaarlijk voor hen. Dus als ze dat zouden doen zou dat betekenen dat ze hun leven zouden riskeren voor een leugen. Wat onlogisch zou zijn, omdat zij de mogelijkheid hadden om in vrede hun leven voort te zetten als ze afstand namen van hun christelijk geloof na de kruisiging van Jezus. En als het een leugen is dan zou men op het moment wanneer hij bedreigd wordt de waarheid onthullen. Zoals Wayne Jackson het terecht beschrijft “het kan zijn dat mensen misleid voor een verzonnen religie zouden sterven, ze zullen niet vrijwillig sterven voor iets wetende dat het een hoax zou zijn. [17]Echter zien wij juist de tegengestelde. De apostelen bleven een opgestane Jezus verkondigen hoewel zij bedreigd werden. Sterker nog bijna alle apostelen zijn juist om deze reden ter dood gebracht.  Fox’s Book of Martys beschrijft dat Paulus onthoofd was, Petrus gekruisigd (hoogwaarschijnlijk onderste boven), Thomas was doorstoken met een speer, Matteus was geslacht met een hellebaard, Andreas was gekruisigd en dat gaat maar door behalve apostel Johannes die wellicht de enige is die niet gedood is.[18] Soortgelijke beschrijving vinden wij ook van Eusebius, één van de kerkvaders in vroeg-christelijke fase. Hij schrijft dat Paulus in Rome onthoofd was en dat Petrus daar ook tot dood gebracht werd door middel van kruisiging.[19]

Het volgende tegengeluid wordt ook wel gegeven: wat als de opstanding een hallucinatie was? Het komt wel eens voor dat één persoon iets ziet wat hij graag zou willen zien. Hierop zegt Gary Habermas het volgende over de gemaakte kritiek:

Hallucinaties zijn zeer zeldzaam. Het wordt meestal veroorzakt bij het gebruik van drugs of lichamelijke ontzetting. De kans is groot dat je niemand zou kennen die ooit gehallucineerd heeft zonder onder invloed te zijn hiervan. Maar nu moeten wij geloven dat veel mensen van verschillende afkomsten en plaatsten in loop der weken een opgestane Jezus gehallucineerd hebben? Dat brengt een zeer gespannen hypothese voort, of niet?”[20]

Het is belangrijk om in te zien dat het christelijk geloof bij de apostelen dood was op het moment wanneer Jezus gekruisigd werd. Ze waren immers vol verwachting dat de Messias (Jezus) hen zou bevrijden en vrede in de wereld zou brengen. Die hoop stierf op het kruis dus er moest iets zijn gebeurt wat hen van laffe Jezus verloochenende volgelingen heeft veranderd tot moedige evangelisten. Zoals Luke Thomson dat beschrijft in zijn boek The Real Jesus “…er moet iets bijzonders gebeurd zijn, een sterke transformatie vereisende gebeurtenis die het vroege christendom tot een beweging veranderd heeft[21].” De opstanding heeft de apostelen ook zo zeer veranderd dat zij de wereld in zijn gegaan en de opstanding verkondigd hebben ondanks vervolging, mishandeling en de dood. Zoals Bart Ehrman, een modern Bijbel criticus, het verwoordt:

Het is een historisch feit dat de volgelingen van Jezus tot de overtuiging kwamen dat hij (Jezus) uit de dood was opgewekt kort na zijn executie. Sommigen van deze gelovigen kennen wij bij naam; één van hen, de apostel Paulus, beweert overduidelijk dat hij Jezus levend gezien heeft na zijn dood.[22]

Conclusie

We zien dat er dus sterke historische argumenten bestaan die als feiten weergegeven worden voor de kruisiging van Jezus,de begravenis van Jezus en het lege graf. Er zijn daarnaast sterke indicaties om te geloven dat het graf bewaakt werd door de soldaten en dat de opstanding daadwerkelijk plaatsgevonden heeft. Zodoende het antwoord of er indicaties zijn om te geloven dat het christelijk geloof gefundeerd is op historische gebeurtenissen van kruisiging tot en met de opstanding van Jezus.

 

Referentielijst

[1] Nu is nooit beweerd dat dit een natuurlijke gebeurtenis is geweest. Zodoende is de tegenwerping dat mensen niet opstaan uit de dood en de empirie van mensen die gestorven zijn onvoldoende om te stellen dat het niet kan. De regel dat men niet opstaat uit de dood wordt juist bevestigd doordat men het hier als wonder beschouwt.

[2] Jackson, Wayne (2005), The Acts of the Apostles from Jerusalem to Rome (Stockton, CA: Christian Courier), second edition, p.298.

[3] Tacitus, Cornelius P. (1952 reprint), The Annals and the Histories, trans. Michael Grant (Chicago, IL: William Benton), Great Books of the Western World Series, vol. 15 p.44

[4] Sanders, E.P. (1993), The Historical Figure of Jesus, New York: Lane-Penguin, p.15

[5] Ehrman, B (2012), Why was he killed? https://ehrmanblog.org/why-was-jesus-killed-for-members/

[6] Raymond E. Brown, The Death of the Messiah, 2 vols. (Garden City, N.Y.: Doubleday, 1994), 2: 1240-1

[7] So P. Benoit (1970), The Passion and Ressurection of Jesus, New York: Herder, p. 228-229

[8] John A. T. Robinson, The Human Face of God (Philadelphia: Westminster, 1973), p.131

[9] Interlineaire vertaling Matteus 27, Scripture4all, www.scripture4all.com

[10] Dictionaries – Baker’s Evangelical Dictionary of Biblical Theology – Seal

[11] McDowell, J. Evidence that Demands a Verdict. Here’s Life Publishers, Inc., 1972,1979

[12] M. Siebeck (2014), Toledot Yeshu: The Life Story of Jesus,  Texts and Studies, Burial p.101

[13] Montgomery, John Warwick (1964), History and Christianity (Downers Grover: InterVarsity)

[14] Lewis, C.S. (1975), Miracles (New York: Touchstone), p.188

[15] McCabe, Joseph (1993), The Myth of the Resurrection and Other Essays (Amherst, NY: Prometheus, reprint of 1926 edition, p.24).

[16] Case, Shirley Jackson (1909), “The Resurrection Faith of the First Disciples,” American Journal of Theology, pp. 171-172, April.

[17] Jackson, Wayne (1982), “He Showed Himself Alive by Many Proofs,” Reason & Revelation, 1:33-35, August., p.34-35

[18] Forbush, William B., ed. (1954), Fox’s Book of Martyrs (Grand Rapids, MI: Zondervan), p.2-5

[19] Eusebius, Ecclesiastical History, Book 2, chapter 25.

[20] Strobel, Lee (1998), The Case For Christ (Grand Rapids, MI: Zondervan), p.239.

[21] Luke Timothy Johnson, The Real Jesus (San Francisco: Harper San Francisco, 1996), p. 136

[22] The New Testament: A Historical Introduction to the Early Christian Writings. Third Edition. New York, Oxford: Oxford University Press, 2004.276).