Hoe is het Universum en al er in Ontstaan
Door Elbert Pogosjan

Abstract:
Het bestaan van God wordt wel eens als een fabeltje aangegeven in de media. Daardoor is men gaan denken dat het irrationeel en onwetenschappelijk is om te geloven dat God bestaat en dat alles door Hem gemaakt zou zijn. Echter als wij vanuit de wetenschappelijke methode de ontstaanstheorieën van het Universum naast elkaar zetten dan zien wij dat het juist tegenovergestelde is. De bewering dat het door God gemaakt zou zijn ligt dichterbij de wetenschappelijke methode dan de andere twee theorieën: dat het universum eeuwig zou zij of dat het uit het niets is ontstaan. Sterker nog, deze twee hebben bewezen incorrect te zijn.

 

Het Ontstaan van Alles

De uitspraken zoals “het is een wetenschappelijk feit dat God niet bestaat en ook niets gecreëerd heeft” worden tegenwoordig vaak gebruikt door mensen die niet in het bestaan van God geloven. Ongelooflijk! Het lijkt net een label te zijn waarmee men intelligent hoopt over te komen. Dit idee wordt onder andere vaak in de media gepropageerd en men is dat vanzelfsprekend gaan vinden. Tegelijkertijd wordt een gelovige als de minder intelligent ontwikkeld neergezet. In dit artikel gaan wij daar aandacht aan geven, vooral specifiek op de boven gestelde stelling. Is de hierboven gemaakte stelling correct? Waar staan de wetenschappelijke normen precies achter, dat Gods bestaan aannemelijk is en dat alles door Hem gemaakt zou zijn? Of staat de atheïstische bewering dichterbij de wetenschap? In dit artikel gaan we kijken naar wat de beta-wetenschap leert en wat de tot heden opgedane feiten zijn. De Natuurwetten binnen de beta-wetenschappen zijn één van de meest objectieve wetenschapsvormen in vergelijking met bijvoorbeeld de historisch wetenschap, die zich op aannemelijkheid en op indicaties baseert. De natuurwetten staan vast los van wat een persoon van kan vinden. Mocht een persoon bijvoorbeeld een afwijkende mening hebben over de gegeven feiten van de natuurwetten die vaststaan, , dan is het veilig om te zeggen dat die persoon irrationeel in het leven staat. Zodoende de standaard van dit artikel. Hierin zal er gebruik gemaakt worden van de 1ste wet van de Thermodynamica, de 2e wet van de Thermodynamica, de wet van Causaliteit en empirische ontdekkingen over het ontstaan van het universum. Aan de hand hiervan kunnen we antwoorden welke  stelling meer door de wetenschap wordt onderbouwd; de kant van de mensen die beweren dat God wel zou bestaan, of de kant van hen die het mogelijke bestaan van God ontkennen.

De 1ste wet van de Thermodynamica

Het universum wordt gezien als een geïsoleerd systeem. Dat houdt in dat er aan de bestaande hoeveelheid materie en energie in het universum niets toegevoegd kan worden.[1] De 1ste wet van de thermodynamica zegt het volgende: In een gesloten of geïsoleerd systeem kan energie niet gecreëerd of vernietigd worden. Het kan alleen van de ene vorm naar de andere vorm omgezet worden.[2] Bij een explosie bijvoorbeeld gaat de ontstane energie niet verloren maar het wordt omgezet in warmte.  Dit wordt ook wel conservatie genoemd, oftewel “het blijven bestaan” zoals dat in het woordenboek staat. Young Willard zegt hierover:

“De conservatie van de energie wordt gezien als de belangrijkste en de meest fundamentele wet van natuurkunde bij de natuurwetenschappen. Eindeloze onderzoeken en experimenten hebben de validiteit hiervan aangetoond.[3]

Hieronder een technische tekening van het systeem. In dit plaatje is het universum in een grijs vlak binnen de zwarte lijnen aangegeven. Het universum is een geïsoleerd systeem dat uit tijd, ruimte, energie en materie bestaat waarin zij aan de natuurwetten voldoen. De eerste wet van de thermodynamica zegt dat er in zo een systeem, vanwege de zwarte lijst, niets toegevoegd kan worden van buitenaf en dat er tegelijkertijd niets binnen dat lijst afgenomen kan worden. De hoeveelheid energie die in het universum aanwezig is blijft dus altijd constant. Energie kan dus niet vernietigd worden en het kan niet gecreëerd worden. Het enige wat het kan is van de ene vorm omzetten naar de andere vorm.

Een welbekende atheïst, Stephen Hawking, theoreticus in natuurkunde en een kosmoloog zegt het volgende over zulke soort wetten:

“Wat de natuurwetten zo belangrijk maakt is niet alleen dat ze onveranderlijk zijn maar dat ze universeel zijn. Ze worden niet alleen maar toegepast voor een geworpen bal, maar voor de planeet en al het andere in het universum. In tegenstelling tot de mens gemaakte wetten die veranderbaar zijn, kunnen de wetten van de natuur niet verbroken worden.”[4]

De 2e wet van de Thermodynamica

De 2de  wet van de thermodynamica is ingewikkelder dan de 1ste wet. Het leert dat de totale entropie in een geïsoleerd systeem steeds meer toeneemt waardoor het steeds chaotischer wordt tot het moment wanneer er een equilibrium ontstaat. Bijvoorbeeld warmte en kou bij elkaar zal altijd een balans, equilibrium, van die twee opleveren. In zo een proces is het de energie van de warmte die naar de kou overgedragen wordt tot het moment dat het balans tot stand komt. Zulke processen zijn omkeerbaar of onomkeerbaar. Onomkeerbare processen zijn bijvoorbeeld het doven van een ster nadat het al zijn brandstoffen verbruikt heeft. De nuttige energie van de warmte van de ster wordt dan in de kosmos afgekoeld en is zo verloren voor hergebruik. [5] Terugkomend op het voorbeeld van de explosie: Het materiaal dat ontploft heeft grote warmte geproduceerd. De warmte die er dan ontstaat koelt af en vergaat en het vuur dooft. Ten eerste, het proces is onomkeerbaar. Ten tweede is de energie onherstelbaar voor de mens en daardoor is het verloren voor hergebruik, echter niet vernietigd.[6]

Isaac Asimov een wetenschapper binnen de evolutieleer schrijft het volgende over de 2e wet van de Thermodynamica:

“Een ander manier hoe de 2e wet uitgelegd kan worden is dat het universum steeds meer chaotischer wordt. We zien het overal om ons heen gebeuren. We moeten ons best doen om een kamer netjes te houden, maar als we tijdje niks doen is het heel snel weer een puinhoop. Zelfs als wij nooit de kamer binnengaan, wordt het vies en stoffig. Hoe moeilijk is het om zullke dingen steeds geordend te houden en hoe makkelijk is het om ze uit die orde te krijgen. Sterker nog, wij hoeven eigenlijk niets te doen en alles zal vergaan, afbreken en afweren, helemaal uit zichzelf – en dat is waar de 2e wet voor staat.[7]

Het bestaan van de 2de wet van Thermodynamica is zo sterk aanwezig in het universum dat men er niets anders over kan zeggen dan dat het tot één van de meest invloedrijke wetten behoort.[8]

De wet van Causaliteit

Als er een wet die alle natuurwetten te boven gaat dan is het hoogstwaarschijnlijk de wet van de causaliteit. Bijna alles wat er in het universum gebeurt, draait om deze wet.[9] Deze leert dat alles in het universum onder een systeem van oorzaak en gevolg valt. Elke oorzaak heeft een gevolg en elk veroorzaakte gevolg heeft een oorzaak. In simpele woorden, zodat er iets kan gebeuren moet er vooraf een actie tot stand gebracht worden zodat er een reactie kan plaats vinden. Als er niets gebeurt, zal er als gevolg dus ook niets gebeuren. Een gevolg kan zodoende uit zichzelf los van een oorzaak nooit tot stand komen. In 1934 schrijft W.T. Stace, professor van de filosofie faculteit van de Universiteit van Princeton, het volgende:

“Elk student van logica weet dat dit de ultieme canon van de wetenschap is, het fundament van hen allen. Als we niet in de waarheid van oorzaak geloven, namelijk dat alles wat een begin heeft een oorzaak heeft, dan zou de wetenschap zoals wij het kennen verkruimelen tot het stof. In elke wetenschappelijk onderzoek is deze waarheid het uitgangspunt.”[10]

De Toepassing van de Wetten

Nu dat de drie wetten uiteen gezet zijn kunnen we ze toepassen bij de gegeven modellen die gebruikt zijn ter verklaring hoe alles in het universum gemaakt zou zijn. In de geschiedenis van de mensheid zijn er alleen maar drie modellen geweest die het ontstaan van het universum hebben proberen te verklaren. De eerste is dat het universum simpel weg eeuwig zou zijn, zonder een begin of een eind. De tweede is dat het universum uit het niets ontstaan zou zijn. Dit is voornamelijk waar de huidige atheïstische stroming zijn modellen op baseert. De derde en laatste is dat het gecreëerd zou zijn. Aan de hand van de opgedane kosmologische kennis tot heden en de wetten die hierboven uit een gezet zijn gaan wij kijken welke van deze drie dichterbij de wetenschap en de ratio staan.

Een eeuwig universum

De theorie van het eeuwige universum is dat het simpelweg geen begin heeft gehad en ook geen einde zal hebben. Het is onveroorzaakt en is gewoon aanwezig. Dit werd vooral in het begin en midden van de twintigste eeuw als waarheid aanvaard in atheïstische kringen. Een welbekende uitspraak van een destijds atheïst Bertrand Russell beweerde tijdens een debat op de radio: “Het universum is gewoon aanwezig, en dat is alles”.[11] In zo een model zou dus het universum als het ware zelf de oorzaak van al dat er is zijn, als het eeuwig aanwezig zou zijn, wat overigens zeer irrationeel lijkt en de vraag ontwijkt hoe het ontstaan zou zijn. Gelukkig, om wat licht te werpen op het onderwerp kunnen wij door middel van de 2e wet van de Thermodynamica en recente ontdekkingen vanuit een paar empirische kosmologische experimenten tot de conclusie komen dat het universum wél een begin heeft gehad. Ten eerst hebben we gezien dat de 2e wet van de Thermodynamica tot gevolg leert dat de nuttige energie steeds maar afneemt. Als het universum eeuwig is dan had dit allang al moeten plaatsvinden. Of het zal nog moeten plaatsvinden, wat dus aangeeft dat het universum niet eeuwig kan zijn.

Figuur 2: Expansie Schema

Ten tweede zijn er kosmologische ontdekkingen gedaan die invloed hebben gehad op de denkwijze hoe het universum ontstaan zou zijn. In het jaar 1929 kwam Edwin Hubble namelijk tot de ontdekking dat het universum een expansie aan het begaan is. Wanneer zij de expansie terug gingen traceren, kwamen zij tot ontdekking dat het allemaal eerst op één punt bij elkaar was.[12]

Zo is de theorie van de Big bang tot stand gekomen. Robert Jastrow van NASA legt het volgende uit over de nieuw ontstane theorie in het jaar 1977:

“al de materie in het universum was tot in een oneindig hete massa samengeperst die op een gegeven moment geëxplodeerd is. In de loop der tijd expandeerde het oorspronkelijke universum waar het vervolgens in dat proces afkoelde waardoor er sterren en planeten gevormd werden en er zo leven op aarde tot stand gekomen is.”[13]

In 2003 hebben Alan Guth, Alexander Vilekin en Arvind Borde bewezen dat elk universum, als er al meerdere zijn, dat in de loop der tijd expandeert onmogelijk eeuwig kan hebben bestaan, maar dat het een begin heeft moeten hebben.[14] Dus aan de hand van de opgedane kennis over de expansie van het universum en de 2de wet van de thermodynamica kan er geconstateerd worden dat het universum een koude dode staat zal bereiken. Dat komt omdat de warmte en nuttige energie, door de expansie en de uitgebluste sterren, steeds maar af zal nemen waardoor het tot zijn koudste en dode punt bereikt. Hierop sluit Robert Jastrow de oude eeuwige model theorie uit met de woorden dat de moderne wetenschap het eeuwige bestaan van het universum verwerpt.[15] Er zijn volgens hem namelijk drie objectieve aanwijzingen die ons aantonen dat het universum een begin heeft gehad. Ten eerste de levensduur van de sterren. Ten tweede de beweging van de Melkweg (het universum zal voor altijd uit elkaar blijven expanderen en zo dus zijn koude en dode staat bereiken[16]) en ten derde dankzij de wetten van de thermodynamica weten wij dat het universum een begin heeft gehad.[17]

Figuur 3: Ontstaans- en Expansiemodel van het Universum, NASA

Het Universum ontstaan uit het niets

Het idee dat het universum uit het niets zou ontstaan zijn is in het algemeen het nieuwste model waar de atheïst zich aan vasthoudt. Deze hypothese bouwt zich voort op de theorie van de Big Bang en stelt de vervolg vraag wat de oorsprong ervan zou zijn, waar komt het vandaan en wat heeft het veroorzaakt. Zo zijn de atheïstische wetenschappers in de loop der tijd met de theorie gekomen dat alles, gek genoeg, uit het niets zou zijn ontstaan.[18] Echter is elk voorgestelde model tot zover gefaald. Dat is omdat de modellen van uitgegaan zijn dat er in het begin al iets aanwezig was, zoals tijd, ruimte of een bepaalde vorm van energie. Er is namelijk ook geen enkel vorm van indicatie, werkelijk niets, die ons aangeeft dat het universum uit het niets zou zijn ontstaan.[19] Ook wel begrijpelijk want uit het niets kan onmogelijk iets ontstaan, zegt onze ratio, logica en de wet van causaliteit. Maar laten wij eerst beginnen met de 1ste wet van Thermodynamica. We hebben gezien dat deze wet ons leert dat energie niet gecreëerd of vernietigd kan worden. Als we ervan uitgaan dat in een geïsoleerd systeem energie uit het niets is gecreëerd, dan gaat dat tegen de 1ste wet van thermodynamica en de wet van causaliteit in. Gezien het feit dat energie niet gecreëerd kan worden blijft er maar één mogelijke model over die ons een verklaring zou kunnen geven hoe het in ons systeem is gekomen. Dat zou dan zijn dat de energie van buitenaf ons geïsoleerd systeem in is gebracht (wat niet kan omdat het “geïsoleerd” is), zoals aangegeven in het figuur hieronder.Gegeven dat ons Universum als een geïsoleerd systeem gezien wordt kan er wetenschappelijk gesproken geen energie, eigenlijk niks, van buiten af komen. Er kan sterker nog ook geen “in ons systeem komen” of “wanneer” zijn geweest als er absoluut niets was. Immers die dingen impliceren ruimte en tijd, en dat is geen niets. Een alternatief model zou dan zijn dat ons universum een open systeem is. Echter zou het dan in dat geval zo zijn dat er dingen uit het niets in ons universum moeten kunnen ontstaan, zoals de energie die uit het niets kwam in onze hypothetisch open systeem. Dit zou de wetenschap dan tot een dilemma brengen. Immers in dat geval zou het dan gaan over op een bovennatuurlijke wijze ontstaan van dingen van buiten af in ons Universum. Dit is dan een sterk argument tegen het atheïsme en een sterk argument voor creationisme. Namelijk het bestaan van het bovennatuurlijke, dus wonderen, zou dan een normaal gegeven zijn waar er uit het niets in ons systeem, tegen de natuurwetten in, dingen in gebracht en gecreëerd kunnen worden. Echter in de wetenschap mogen we niet spreken over wonderen, want dat is in contradictie met de natuurwetten. Immers een wonder is per definitie een bovennatuurlijk iets. Zodoende loopt de theorie tot een dood  eind. Of het nou een geïsoleerd of een open systeem was, beide argumenteren dat er uit het niets onmogelijk iets kan ontstaan. Robert Jastrow zegt hierop:

“Het creëren van materie uit het niets gaat tegen het concept van wetenschap in –het principe van het behoud van energie en materie- die beweert dat materie en energie niet gecreeërd en ook niet vernietigd kunnen worden. Het ene kan omgezet worden in het andere, maar de hoeveelheid daarvan moet onveraderd blijven voor altijd. Daarom is het moeilijk om een theorie te accepteren die tegen een wetenschappelijk feit ingaan.”[20]

Deze bewering van Jastrow gaat gepaard met wat de wet van Causaliteit die zegt: elke oorzaak heeft een gevolg en alles wat bestaat heeft een oorzaak. Dit geld zowel voor de energie, tijd, ruimte, materie en al wat in het universum aanwezig is. Er kan gewoon simpelweg uit het niets geen universum tot stand komen. Een niets heeft immers een inhoud van absoluut niets en kan dus ook geen oorzaak hebben. Een “oorzaak” op zichzelf is al iets, dus de mogelijkheid tot een oorzaak kan ook niet eens bestaan als er, absoluut, helemaal niets was in het begin. Ook het woord begin kunnen we dan niet gebruiken, want dat zou dan refereren naar een tijd, wat ook niet geweest zou zijn.

Zodoende dankzij de 1ste wet van Thermodynamica en de wet van Causaliteit kan er geconstateerd worden dat de theorie dat alles uit het niets is ontstaan onwetenschappelijk is en geen standhoudt. Bij een geïsoleerd systeem waarin niets aanwezig is, kan er alléén op bovennatuurlijke wijze iets van buiten af toegevoegd worden, dus creatie. Bij een open systeem kan de energie steeds maar toegevoegd worden wat de wetten te boven gaat, dus steeds maar bovennatuurlijk en steeds maar een vorm van creatie. Dus welke model we nou ook nemen, geïsoleerd of een open systeem, beide pleiten eerder voor dat het gecreëerd zou zijn dan dat het uit het niets tot stand is gekomen. Een schaakmat voor het atheïsme en een grote winst voor het theïsme.

Het Universum is Gecreëerd

Als laatst gaan we kijken naar de derde theorie van het ontstaan van het Universum, namelijk dat het gecreëerd zou zijn. Net als bij voorgaande theorieën gaan we deze bewering testen aan de hand van de boven gestelde wetten en dezelfde eisen. Laten we eerst beginnen met de wet van de causaliteit. Het heeft ons geleerd dat alles wat bestaat een oorzaak moet hebben. Zelfs de wetten die tot gevolg bestaan moeten ook hun oorzaak hebben. Immers logica beweert dat elk wet een wet-maker heeft, zij het een artikel in onze wetboek of een natuurwet in het universum. Het is namelijk moeilijk te geloven dat het universum per toeval zo “gefine-tuned” is volgens de astronoom Fred Hoyle, die beweert:

“Een gezonde interpretatie van de feiten suggereert dat een super-intellect met de fysica, scheikunde en biologie gespeeld heeft en dat er niets blindelings gebeurt is. De opgetelde som van de feiten hebben mij tot deze overduidelijke conclusie gebracht.”[21]

Voortbouwend op de wet van causaliteit introduceert Dr. William Lane Craig het kalam argument, dat eigenlijk oorspronkelijk bedoeld was als een tegenargument voor de bewering dat het universum uit het niets ontstaan zou zijn. Hierin geeft hij in drie simpele stappen een rationele oorzaak-gevolg verklaring voor het ontstaan van het Universum. Ten eerste, alles wat een “begin” heeft in zijn bestaan heeft een oorzaak. Ten tweede, het Universum heeft een begin in zijn bestaan. Ten derde, dus het Universum heeft een oorzaak.[22] Het benoemen van het woord “begin” bij de eerste punt is van cruciaal belang. Namelijk het opent een deur voor het begrijpen van hoe alles tot stand gebracht zou zijn. De wet van Causaliteit stelt dat elke gevolg een oorzaak heeft. Echter als we steeds maar terug in de tijd gaan en de oorzaken van alle gevolgen traceren, dan komen wij tot een punt waar we niet verder kunnen. Er zal namelijk een punt moeten zijn geweest die alles tot gang heeft gebracht. Het moet een onveroorzaakte oorzaak zijn geweest die niet alleen al het zichtbare tot stand heeft gebracht maar ook het onzichtbare mogelijk heeft gemaakt, zoals de wet van de Causaliteit! Het argument “alles wat een begin heeft in zijn bestaan heeft een oorzaak” kan dan niet er tegen gebruikt worden. Immers het heeft geen begin gehad, geen oorzaak. Gezien dat de onveroorzaakte de allereerste oorzaker was en de bron is van al wat aanwezig is, geeft ons aan dat het zelfs vóór de wet van causaliteit was en dus vervolgens het bestaan ervan mogelijk heeft gemaakt. Zodoende heeft de wet vanuit dit model geen invloed er op omdat het erna kwam, wat dus het bestaan ervan zeer aannemelijk maakt. Sterker nog, het bestaan van zoiets is niet een gewenste binnen de termen van aannemelijkheid, maar een noodzakelijkheid. Want er moet iets onverzoorzaakt in het begin geweest zijn geweest dat alles tot stand heeft gebracht van al dat daadwerkelijk bestaat. En deze onveroorzaakte oorzaker moet zodoende boven alles zijn en de voortbrenger van alles zijn. Zelfs boven de tijd, ruimte, materie en al wat bestaat in het zichtbare en onzichtbare. En dit is het rationele argument waar het wetenschappelijk aannemelijk wordt om te verklaren dat alles door God, de onveroorzaakte oorzaker, gemaakt zou zijn. God is de enige die die geen begin kent en het concept compleet maakt omdat Hij boven tijd, ruimte, materie en alle wetten is. Gezien dat Hij immaterieel is volgens Johannes 4:24, valt Hij dus ook niet onder de 2e wet van Thermodynamica. De Bijbel leert:

U hebt voorheen de aarde gegrondvest, de hemel is het werk van Uw handen. 27 Die zullen vergaan, maar Ú zult standhouden; zij alle zullen verslijten als een kleed. U zult ze verwisselen als een gewaad en zij zullen verdwijnen. 28 Maar U blijft Dezelfde, aan Uw jaren zal geen einde komen. – Psalm 102:26-28

Figuur 5: The Ancient of Days, W. Blake, 1794

Ook de 1ste wet van de Thermodynamica zou Zijn bestaan niet tegenspreken. Sterker nog het zou een veel logischer verklaring geven waar de energie vandaan is gekomen gezien dat energie niet gecreëerd kan worden volgens de eerste wet. Volgens dit model is het goed denkbaar dat het uit de kracht van God was uitgegaan voor het vormen van het Universum. Ach, Heere HEERE! Zie, Ú hebt de hemel en de aarde gemaakt door Uw grote kracht en door Uw uitgestrekte arm. Niets is voor U te wonderlijk. – Jeremiah 32:17

 

Echter tegelijkertijd, als God zou bestaan, dan bestaat ook het bovennatuurlijke. En als God en Zijn bovennatuurlijke kracht bestaan, dan kan Hij ook boven de natuurwetten werken en dus zo energie uit het niets creeëren.

In vergelijking met de twee voorgaande modellen over het ontstaan van het universum, die overigens incorrect zijn, lijkt het argument dat het door God gemaakt zou zijn de meest rationele te zijn die de ontstaansgeschiedenis, alle concepten en wetten recht doet. Voor de duidelijk hier een schema weergave.

 

Een Eeuwige Universum

Universum uit het Niets

Gecreëerde Universum

1ste wet van Therm.

V

X

V

2e wet van Therm.

X

V

V

Wet van Causaliteit

X

X

V

Aan de hand hiervan kan er als feit geconstateerd worden dat het scheppingsmodel door God het dichtst bij de wetenschap ligt. Simpelweg omdat de andere twee objectief incorrect zijn.

Aanvullend Materiaal

Naast de beta-wetenschappen zijn er ook andere vormen van wetenschappen die het bestaan van God verder argumenten. Ten eerste hebben we veel empirische data dat het ons aannemelijk maakt dat het Universum zeer intelligent is vormgegeven.[23] Ten tweede hebben wij het argument van de moraliteit en zo ook het bestaan van goed en kwaad, die het bestaan van een wetgever bevestigen.[24] Ten derde hebben we binnen de historische wetenschap sterke argumenten die het bestaan van God, dankzij de persoon Jezus Christus, versterken. Onder andere uit het dood opstaan van een persoon bewijst het bestaan van het bovennatuurlijke en is zodoende een sterk argument voor het bestaan van God.[25]

Conclusie

Aan de hand van de hierboven gedane onderzoek kunnen wij concluderen dat de uitspraken zoals ‘het is een wetenschappelijk feit dat God niet bestaat en ook niets gecreëerd heeft’ onzin en alles behalve wetenschappelijk is. Het is het tegenovergestelde namelijk. Er zijn veel sterkere wetenschappelijke argumenten dat alles door God gemaakt zou zijn dan dat het Universum uit het niets is ontstaan of dat het gewoon eeuwig zonder oorsprong aanwezig is. De laatste twee zijn simpel weg wetenschappelijk incorrect omdat zij tegen de natuurwetten en de ontdekte feiten ingaan. De wetenschap laat ons zien dat de persoon die beweert dat alles door God gemaakt zou zijn gemaakt niet irrationeel in de wetenschap staat, maar juist veel sterker staat dan hen die niet in het bestaan van God geloven. Mochten er mensen zijn die alsnog beweren in één van die twee incorrecte theorieën te geloven, dan is het van belang om te beseffen dat dat een daad van een blind geloof is. Je hebt meer geloof nodig om te geloven dat alles uit het niets is ontstaan dan het geloven dat het door God gemaakt zou zijn. Het is dan in dat geval het verstandigst om te zeggen, “ik weet het niet hoe alles is ontstaan”.

 

Referentielijst

[1] S. Hartman (2011), Probabilities in Physics, OUP: Oxford, p.96

[2] Young, Willard (1985), Fallacies of Creationism, Canada: Detselig Enterprises, p.8

[3] Young, Willard (1985), Fallacies of Creationism, Canada: Detselig Enterprises, p.165

[4] “Curiosity: Did God Create the Universe?” (2011), Discovery Channel, August 7. P.156

[5] Suplee, Curt (2000), Milestones of Science, Washington, D.C.: National Geographic Society. P.156

[6] Thomson, William (1882), Mathematical and Physical Papers, Cambridge University Press. P.182

[7] Asimov, Isaac (1970), In the Game of Energy and Thermodynamics You Can’t Even Break Even, Smithsonian Institute Journal, P.6

[8] Borgnakke, Claus and Richard E. Sonntag (2009), Fundamentals of Thermodynamics Asia: John Wiley and Sons, p.220

[9] Einstein, A. (1910). On Boltzmann’s Principle and some immediate consequences thereof, Duplantier and E. Parks, p.183–199

[10] Stace, W.T. (1934), A Critical History of Greek Philosophy, London: Macmillan. P.6

[11] Radio Debat Fr. Copleston vs Bertrand Russell, The Existence of God, BBC 1948.

[12] Hubble, Edwin (1929), “A Relation Between Distance and Radial Velocity among Extra-galactic Nebulae,” Proceedings of the National Academy of Science, 15:168-173.

[13] Jastrow, Robert (1977), Until the Sun Dies, New York: W.W. Norton, p.2-3

[14] W.L. Craig (2010), On Guard: Defending Your Faith with Reason and Precision, David C. Cook, p.92

[15] Jastrow, Robert (1977), Until the Sun Dies, New York: W.W. Norton, p.30

[16] Jastrow, Robert (1978), God and the Astronomers, New York: W.W. Norton, p.123

[17] Jastrow, Robert (1978), God and the Astro­nomers, New York: W.W. Norton, p.111

[18] Tryon, Edward P. (1984), What Made the World?, New Scientist, 101p.14-16.

[19] Estling, Ralph (1995), Letter to the Editor, Skeptical Inquirer, 19[1] p.69-70

[20] Jastrow, Robert (1977), Until the Sun Dies, New York: W.W. Norton. p.32

[21] Hoyle, Fred (1982), The Universe: Past and Present Reflections, Annual Review of Astronomy and Astrophysics, p.20:16.

[22] W.L. Craig, The Kalam Cosmological Argument, geraadpleegd 25-2 op reasonablefaith.org

[23] Murray, Michael J. (1999), Reason for the Hope Within, Grand Rapids, MI: Eerdmans, p.48

[24] Craig, William Lane, Moral Argument, reasonablefaith.org

[25] Pogosjan, E. (2017), Feiten over de Historische Jezus, realtalk.nl

Allah de Misleider?
Door Elbert Pogosjan

 

Abstract
Mohammed leert dat Jezus op het laatste moment opgenomen werd door Allah en dat er iemand anders in zijn plaats gekruisigd werd die op hem leek. Dit creëert allerlei dillema’s waardoor God uiteindelijk in een kwaad licht gezet wordt. Na overwegingen blijkt deze uitspraak niets anders te zijn dan een slecht doordacht betoog te zijn van Mohammed, wellicht met het doel om zijn Arabische geloof te promoten.

 

De Islam leert in Soera 4:157 dat Jezus niet gekruisigd is. Dit verhaal heeft veel discussies met zich mee gebracht vanwege zijn historische incorrectheid. Zie het artikel “Feiten over de Historische Jezus”[1] over de historische Jezus. Het is vooral onrealistisch vanwege het feit dat er honderden mensen aanwezig waren bij de kruisiging waaronder de moeder van Jezus, Maria Magdalena en zelfs de apostel Johannes die het zagen gebeuren. Maar nee, Jezus is niet gekruisigd volgens Mohammed. Vreemd genoeg komt de Islam met de verklaring dat Allah op het laatste moment Jezus vervangen zou hebben met iemand die op hem leek voordat zij hem konden kruisigen. De ongeloofwaardigheid wordt groter wanneer de Islamgeleerden verschillende verklaringen geven wie de vervangende persoon zou zijn. Ibn Kathir geeft aan dat het een jonge vrijwilliger was.[2] Het zogenaamde evangelie van Barnabas uit 16e – 17e eeuw na Christus zegt dat het Judas de verrader was.[3] Een derde kandidaat, genoemd door al Tabari [4], is een Joodse of een Romeinse soldaat genaamd Tatianos.

In tussentijd werd geen één de apostelen van Jezus op de hoogte gehouden van de vervanging door Allah. Vanzelfsprekend dachten de apostelen dus dat Jezus gekruisigd was. Dat schreven zij op en dat verkondigden zij. En zo is het christendom begonnen. Dat alleen natuurlijk als wij het verhaal van Mohammed geloven. Het is immers niet alleen ongeloofwaardig, het stelt ons ook voor een paar grote dilemma’s.

Allah de Misleider

Ten eerst wordt hier Gods betrouwbaarheid geschaad. In dit betoog wordt God als een laffe leugenaar weergegeven die de mensen misleidt zonder enig vorm van belang voor de waarheid te hebben. Wat het verhaal erger maakt is dat hij de waarheid ook niet aan de volgelingen van Jezus bekend gemaakt zou hebben. De misleide apostelen schreven dan wat zij zagen op en verkondigden dat; en zo is het christendom ontstaan volgens de islam. Als wij dit verhaal willen geloven dan komt het er op neer dat het christendom ontstaan is doordat Allah de oprechte apostelen misleid heeft waardoor er vervolgens miljarden christenen tot op de dag van vandaag een slachtoffer van zijn misleiding zijn.

Theologische incorrectheid vanuit de Islam

Dit betoog brengt tegelijkertijd de Islamitische theologie tot in een knoop. Volgens Allah zijn de discipelen van Jezus op het juiste pad en overwinnaars in vergelijking met de ongelovigen volgens Soera 61:14

“O, u die gelooft, weest Allah’s helpers, zoals toen Jezus, zoon van Maria, tot zijn discipelen zei: “Wie zijn mijn helpers terwille van Allah?” De discipelen antwoordden: “Wij zijn Allah’s helpers!” Toen geloofde een gedeelte van de kinderen Israėls, terwijl een ander deel niet geloofde maar Wij hielpen de gelovigen tegen hun vijand en zij werden overwinnaars.”[5] 

Echter doordat zij een misleiding zijn gaan prediken, omdat zij misleid werden door een bepaald iemand, kunnen zij niet als overwinnaars van de waarheid beschouwd worden, maar eerder als verspreiders en grondleggers van een valse religie. Dat is dus in contradictie is met de leer van de Islam. Daarnaast is het ook in tegenstrijd met een van de titels van Allah zoals al-Adl en al-Barr – de rechtvaardige of al-Haqq – de Waarheid.

Theologische incorrectheid vanuit het christendom

Als we de woorden van Jezus zelf raadplegen dan zien wij dat hij nadrukkelijk aangeeft dat hij gedood zou worden en dat hij dat uit vrije keus accepteert ten behoeve van de mogelijke menselijke redding. Dat zien wij bijvoorbeeld in Markus 10:45 “de ​Mensenzoon​ is niet gekomen om gediend te worden, maar om te dienen en zijn leven te geven als losgeld voor velen.”[6] Of Johannes 10:17-18 De Vader heeft mij lief omdat ik mijn leven geef, om het ook weer terug te nemen. 18 Niemand neemt mijn leven, ik geef het zelf. Ik ben vrij om het te geven en om het weer terug te nemen – dat is de opdracht die ik van mijn Vader heb gekregen.”.[7] Daarnaast, op het moment dat de soldaten Jezus gevangen gaan nemen, vlak voor zijn kruisiging, sloeg de apostel Petrus ter bescherming het oor van een soldaat af. Daarop zei Jezus in Matteus 26:52

“Daarop zei ​Jezus​ tegen hem: ‘Steek je ​zwaard​ terug op zijn plaats. Want wie naar het ​zwaard​ grijpt, zal door het ​zwaard​ omkomen. 53Weet je niet dat ik mijn Vader maar te hulp hoef te roepen en dat hij mij dan onmiddellijk meer dan twaalf legioenen ​engelen​ ter beschikking zou stellen? 54Maar hoe zouden dan de Schriften in vervulling gaan, waar staat dat het zo moet gebeuren?”[8]

We zien dus dat dit niet alleen de wil van Jezus was om gevangen en gedood te worden, maar dat het al honderden jaren eerder voorspeld was in het Oude Testament als de manier waarop Gods redding zou plaatsvinden. Dat Mohammed dit tegenspreekt, betekent dat hij het opgezette reddingsplan van God volledig verwerpt en een nieuwe Meccaanse god introduceert.

Historische incorrectheid

De bewering dat Jezus niet gekruisigd en gedood zou zijn kan op geen enkele wijze correct zijn omdat hij ongeveer drie dagen later uit de dood opstaat en zich levend kenbaar maakt aan zijn discipelen. Om uit de dood op te staan leidt toe dat die persoon eerst dood moest zijn geweest. Zodoende is de bewering van Mohammed (>6 eeuw later) niet verenigbaar met de bijbelboeken die uit de tijd van de vroege kerk (1e eeuw) stammen. In Lukas 24:39 laat Jezus nadrukkelijk zijn wonden van de kruisiging zien nadat zijn discipelen van gedachte waren dat het een geest zou zijn “Kijk naar mijn handen en voeten, ik ben het zelf. Raak me aan en kijk goed, want een geest heeft geen vlees en beenderen zoals jullie zien dat ik heb.”[9] Sindsdien weten wij dat de apostelen de wereld ingegaan zijn en tot hun dood een opgestane Jezus verkondigd hebben. [10] Daarnaast hebben we Paulus, die eerst een christenvervolger was. Hij werd als Joods schrift geleerde op pad gestuurd om Christenen te vervolgen. Onderweg naar Damascus werd hij door de opgestane Jezus bezocht en werd sindsdien zijn volgeling. [11] Zo vertelde hij ook over een gekruisigde en opgestane Jezus tot in Rome waar hij vanwege zijn verkondiging gedood werd.

Conclusie

Wat de Islam dus over de christenen eigenlijk leert is; de reden waarom een christen gelooft dat Jezus gekruisigd is, komt omdat Allah een uitstekende taak verricht heeft om miljarden christenen in de maling te nemen. Pas zeshonderd jaar later zou Allah een Arabisch zelf benoemde profeet uitkiezen, die de waarheid zou verkondigen dat Jezus niet gekruisigd zou zijn. We hebben gezien dat de problematiek van deze leer zo groot is dat het voor een gezond denkend persoon onmogelijk is om deze beweringen serieus te nemen, laat staan als een openbaring van God. Allereerst is het in tegenspraak met zijn eigen theologie. Het bewijst onwetend te zijn over Gods plannen die duizenden jaren al vaststaan. Het spreekt de historie en de opstanding tegen. Daarom kan dit op zijn best als niet anders beschouwd worden dan een ondoordacht en slecht verzonnen verhaal van Mohammed. De meest logische conclusie zou dan zijn dat hij de misleider is en niet God. Op zijn ergst zou het een openbaring zijn. Als het een openbaring zou zijn, dan is het eerder van een entiteit die verwarring over God en zijn redding wil zaaien en de hele komst van Jezus als waardeloos wilt bestempelen.

 

Referentielijst

[1] Pogosjan, E. Feiten over de Historische Jezus, 2017

[2] Tafsir ibn Kathir, Soera Nisaa, ayat 157

[3] Evangelie van Barnabas, 16e eeuw document

[4] Tafsir ibn Abbas, Soera Nisaa, ayat 157

[5] Soera As-Saff, ayat 14

[6] De Bijbel, Marcus 10:45

[7] De Bijbel, Johannes 10:17-18

[8] De Bijbel, Matteus 26:52

[9] De Bijbel, Lukas 24:39

[10] Forbush, William B., ed. (1954), Fox’s Book of Martyrs (Grand Rapids, MI: Zondervan), p.2-5

[11] De Bijbel, Handelingen 9

Islam Dilemma rond de kruisiging van Jezus
door Elbert Pogosjan

 

Abstract
De kruisiging van Jezus is een van de sterkste historische feiten die wij bezitten uit antieke tijden. Echter, Mohammed blijkt een incorrect beeld te schetsen van het kruisigingsverhaal van Jezus. Hierdoor komt de Islam tot een dilemma en zijn moslimgeleerden gedwongen tot nood-interpretaties, terwijl sommigen zelfs toegeven dat de islamitische visie niet samengaat met de historische feiten.

 

De Kruisiging vanuit Bijbel en Historie

De kruisiging en de dood van Jezus Christus zijn twee van de sterkste historische feiten die wij over hem weten. Er zijn veel zowel pro- als anti christelijke bronnen die dat getuigen.

Zo hebben wij bijvoorbeeld het getuigenis van de anti-christelijke Romeinse historicus Tacitus dat Jezus geëxecuteerd zou zijn: “Hun aanlegger, Christus, was geëxecuteerd onder Tiberius door de gouverneur van Judea, Pontius Pilatus.”[1] Een ander anti-christelijk argument komt van Josephus die op een sarcastische wijze over Jezus schreef: “Deze persoon was de Christus. En toen Pilatus hem veroordeeld had om gekruisigd te worden bij zijn beschuldiging door een van onze leiders, …”[2] Ook pro-christelijke getuigen bevestigen de kruisiging en dood van Jezus. Zo is daar Petrus, die duizenden met deze woorden aanspreekt: “Laat dan heel het huis van Israël zeker weten dat God Hem tot een Heere en Christus gemaakt heeft, namelijk deze Jezus, Die u gekruisigd hebt.” Handelingen 2:36. Petrus veronderstelt de kruisiging hier als algemeen bekend. Daarbij waren de apostelen expliciet in het verkondigen van de kruisiging. Een voorbeeld is Paulus, die eerst een christenvervolger was, maar later volgeling van Jezus werd:

“Broeders en zusters, toen ik bij u kwam om u het geheim van God te verkondigen, beschikte ook ik niet over uitzonderlijke welsprekendheid of wijsheid. 2 Ik had besloten u geen andere kennis te brengen dan die over Jezus Christus – de gekruisigde.” 1 Korinthiërs 2:1.

Paulus zegt bovendien: “De Joden vragen om wonderen en de Grieken zoeken wijsheid, 23 maar wij verkondigen een gekruisigde Christus, ..”  1 Korinthiërs 1:22. Uit deze citaten blijkt dat de kruisiging en de opstanding van Jezus de kern van het christelijk geloof vormen. Hierop is ook de mogelijkheid tot redding en eeuwig leven bij God gefundeerd.


Kruisiging binnen de Islam

Echter wie de beschrijving van Mohammed raadpleegt, vindt een heel ander verhaal. In eerste instantie geeft Mohammed bijzonder genoeg aan dat hij als profeet zou zijn geroepen door God en dat hij de Bijbelse boodschap en redding van God komt bevestigen. Dat zien we onder andere in Soera 5 (al-Maidah) vanaf vers (ayat) 48. Mohammed zegt hier dat hij geroepen is om de Torah en de Evangeliën te bevestigen “En Wij(Allah) hebben aan jou het Boek (de Koran) met de Waarheid neergezonden, ter bevestiging van de Schrift die eraan vooraf ging en ter bescherming“.


Vooral als de voorgaande verzen vanaf vers 42 erbij genomen worden, wordt het duidelijk dat het bij “de Schrift” om de Bijbelse boeken gaat. De meest bekende en gebruikte exegeticus binnen de soennitische stroming, Ibn Kathir, schrijft het volgende over dit vers:

Allah sprak over de Torah die Hij aan de profeet Mozes geopenbaard had, met wie Hij rechtuit sprak: die [Torah] prijzend, bevelend dat het geimplementeerd dient te worden voordat het vervangen zou worden. Allah benoemt dan de Evangeliën, prees ze en gaf de opdracht aan Zijn mensen om ze te volgen. Vervolgens benoemt Hij de glorierijke Koran die Hij aan Zijn vereerde dienaar en Boodschapper neerzond.[3]


Islam Dilemma omtrent de kruisiging en Jezus’ dood

Aangezien Mohammed claimt de Schrift te bevestigen, zou je verwachten dat Mohammed ook de redding van God door de kruisiging van Jezus zou verkondigen aan zijn eigen (Arabische) mensen. Echter, verbazingwekkend genoeg zegt Mohammed in Soera 4 An-Nisa vers 157: “En (wegens) hun uitspraak “Wij hebben de Masih ‘Isa, zoon van Maryam’, gedood”. Maar zij doodden hém niet en zij kruisigden hém niet, maar iemand die voor hen op hem leek.

De ontkenning van Jezus’ kruisiging brengt de Islam tot een dilemma. Ten eerste geloofden en beweerden de Joden niet dat Jezus de Messias (Masih) is, waardoor Mohammed’s weergave van hun eventuele uitspraken over Jezus’ dood al geen hout snijdt. Ten tweede is de uitspraak van Mohammed omtrent de kruisiging  in tegenspraak met de voorgaande boeken (Tora en Evangeliën), hoewel Mohammed zelf beweert ze te bevestigen. Maar vooral: Jezus’ kruisiging ontkennen is historisch incorrect. Maar het dilemma eindigt daar niet.  Mohammed ontkent ook Jezus’ sterven, dus ook zijn begrafenis en de opstanding, die even goed historisch geworteld zijn.  Vanuit de Islam blijven deze feiten onverklaarbaar. De bewering in Soera 4:157 dat er iemand anders moest zijn gekruisigd, is bijzonder onwaarschijnlijk. In de eerste plaats had de menigte een eventuele persoonsverwisseling op kunnen merken tijdens de kruisiging, tot aan de begrafenis. Imam al-Suyuti probeert dit dilemma te ondervangen in zijn tafsir (exegese) al-jalalayn van Soera 4:157:

Geprezen is Allah dat zij beweren dat zij Isa gedood zouden hebben maar zij hem niet gekruisigd hadden maar iemand anders was in zijn plaatst gezet die een zelfde verschijning had. Met andere woorden: God deed iemand anders’ gezicht doen lijken op dat van Jezus en zo dachten zij dus dat het Jezus was“.[4]

Maar zelfs wanneer de menigte door Allah misleid was, dan blijft nog staan dat Jezus’ naaste vrienden er heilig van overtuigd waren dat Jezus was gestorven. Dit wordt ook onderstreept door hun latere verbijstering over Zijn opstanding. Voor meer info wat de historische argumentatie betreft klik hier.

Omdat het dilemma van de Islam met de kruisiging en dood van Jezus zó onvermijdelijk is, zijn er zelfs prominente moslimgeleerden en -historici die door de feiten gedwongen zijn om toe te geven dat Jezus inderdaad gekruisigd is. Zo schrijft Aslan Reza in zijn boek Zealot: The Life and Time of Jesus of Nazareth dat Jezus gekruisigd zou zijn. Hij zegt in een van zijn interviews met Lauren Green zelfs letterlijk: “hij was zeer zeker gekruisigd“.[5] Daarnaast hebben we Shabir Aly, een leidende geleerde in de moderne Soennitische  gemeenschap, die tijdens het debat “Hoax or History? Did Jesus rise from the dead?” met William lane Craig in 2009 toegaf dat Jezus inderdaad gekruisigd moet zijn. Hij kwam vervolgens met een tussenoplossing dat Jezus het op de een of andere natuurlijke manier toch overleefd zou hebben na het proces.[6] Dit is allereerst ondenkbaar, omdat Jezus nadat Hij zijn laatste adem gaf nog eens doorstoken werd met een speer om te verzekeren dat Hij dood was,  zie Johannes 19:34. Tegelijkertijd is deze tussenoplossing in tegenstelling tot wat de algemene islamitische leer al eeuwen lang verkondigd heeft, namelijk dat er iemand anders in plaats van Jezus gekruisigd zou zijn die op hem leek.


Conclusie

De kruisiging en begrafenis van Jezus zijn algemeen aanvaarde, historisch vaststaande feiten. De Seculiere, Joodse en Christelijke bronnen zijn hierin unaniem. Daarbij geloven ook Islamitische geleerden  – in tegenspraak met Islamitische geschriften – dat Jezus gekruisigd is. Hieruit vloeit voort dat de feiten en de Islam elkaar tegenspreken. De Islam heeft tot dusver geen geloofwaardige argumenten naar voren weten te brengen waarom Jezus niet gekruisigd en gestorven zou zijn.

 

Referentielijst

[1] Tacitus, Cornelius P. (1952 reprint), The Annals and the Histories, trans. Michael Grant (Chicago, IL: William Benton, Great Books of the Western World Series, vol. 15 p.44

[2] Sanders, E.P. (1993), The Historical Figure of Jesus, New York: Lane-Penguin, p.15

[3] Tafsir Ibn Kathir, Soera 4:157, www.qtafsir.com/index.php?option=com_content&task=view&id=768&Itemid=60

[4] Tafsir al-Jalalayn, Imam al-Suyuti, Soera 4:157, http://www.altafsir.com

[5] Interview Aslan Reza met Lauren Green, https://genius.com/Reza-aslan-interview-on-zealot-the-life-and-times-of-jesus-of-nazareth-annotated

[6] Debat Shabir Aly vs William Lane Craig, “Hoax or History? Did Jesus rise from the dead?” http://www.reasonablefaith.org/debate-transcript-hoax-or-history-did-jesus-rise-from-the-dead

Argumenten over zijn kruisiging tot de opstanding
Door Elbert Pogosjan

 

Abstract:
Christenen claimen dat Jezus uit de dood is opgestaan. Zonder enige onderbouwing is deze claim absurd. De feiten beschouwd, is er consensus over dat Jezus is gestorven aan het kruis, dat hij vervolgens is begraven, dat zijn graf was afgesloten en werd bewaakt, dat het graf vervolgens leeg was en dat er sindsdien massaal door de mensen beweerd werd dat hij opgestaan is van de dood. Dit artikel zet de argumenten uiteen en bewijst dat er goede redenen zijn om de bijbelse verhalen in deze te geloven.

 

De opstanding van Jezus uit de dood is de basis geweest waaruit de apostelen het Christelijk geloof hebben gedeeld. Het is vanzelfsprekend dat men hier sceptisch over kan zijn. De opstanding uit de dood behoord immers niet tot de natuurlijke gang van zaken: Als een willekeurig boek, in dit geval de Bijbel, zegt dat iemand uit dood is opgestaan, betekent dat niet gelijk dat het ook werkelijk plaatsgevonden heeft. Het roept de vraag op welk bewijs er is?[1].

Het is daarom  goed hier een analyse van betrouwbaarheid op te doen. Welke redenen hebben christenen  om te geloven dat de opstanding daadwerkelijk plaatsgevonden heeft?

Belang van Jezus’ opstanding voor het christelijk geloof

Op zijn dertigste begon Jezus met zijn driejarige missie. Nadat Jezus aan zijn discipelen kenbaar had gemaakt wie hij is, deelt hij met hen dat de leiders hem gevangen zullen nemen, hem zullen martelen, doden en dat hij op de derde dag uit de dood zal opstaan (matteus 16:21, etc). Op een gegeven moment zien we dit tot vervulling komen in de bijbel zoals Jezus had gezegd. Hij wordt gevangen genomen, gedood en de graftombe waarin hij geplaatst werd is leeg gevonden door zijn discipelen en een tijdje later zien zij de opgestane Jezus. Dit verhaal is beschreven aan het einde van elk van de vier Evangeliën evenals in het begin van het boek Handelingen.

Het christelijk geloof vindt zijn hoop op het punt waar Jezus vanuit de Bijbel aan mensen laat zien dat de dood niet het einde is. Ieder die hem volgt zal niet verloren gaan maar eeuwig leven hebben met Christus. Dit is de kern en de hoop van het christelijk geloof, dat we door Hem onze zonden kunnen overwinnen en dat de dood niet het laatste woord heeft. Aan de hand hiervan volgt de volgende probleemstelling voor Christenen:

Als het verhaal geen gedegen argumenten kent is het af te doen als fabeltje, dan is er geen reden om te geloven dat de opstanding heeft plaatsgevonden. Dan zou er ook geen reden zijn om aan te nemen dat het Christelijk geloof waar is, er is dan geen redding van zonde en dood. De betrouwbaarheid van de opstanding is dus cruciaal.

Discussie over de historiciteit van Jezus’ dood en opstanding

Nu kunnen wij verder naar de vraag: welke argumenten zijn er om te geloven dat het Bijbelse verhaal van kruisiging tot opstanding daadwerkelijk historisch plaatsgevonden heeft?

De argumenten volgen de chronologie die de evangeliën behandeld:
1) kruisiging van Jezus
2) begrafenis van Jezus,
3) de soldaten die de graftombe bewaakten,
4) het lege graf,
5) de opstanding.

Deel 1: Kruisiging van Jezus

Het verhaal begint op het moment waar Jezus veroordeeld wordt om gekruisigd te worden door de Joodse leiders. Aan het einde van elk evangelie zien wij dat zij hem in de nacht gevangen nemen en hem verhoren in de Sanhedrin. Daar wordt hij veroordeeld om gekruisigd te worden vanwege de bewering dat hij God zou zijn. Vervolgens wordt hij volgens Matteus 27:1 uitgeleverd:

Toen het ochtend geworden was, kwamen al de overpriesters en de oudsten van het volk met betrekking tot Jezus gezamenlijk tot het besluit Hem te doden. 2 En zij boeiden Hem, leidden Hem weg en leverden Hem over aan Pontius Pilatus, de stadhouder.”

Volgens Marcus werd Jezus op de derde uur van de dag gekruisigd op toen der tijd joodse tijd, wat voor ons nu negen uur in de ochtend is.[2] Een Romeins anti-christelijke historicus Tacitus schrijft het volgende over de dood van Jezus: “Hun aanlegger, Christus, was geëxecuteerd in de tijd van

Figuur 1: Oudst bewaarde illustratie van kruisiging in Syriac Rebulla. Jaar 586.

Tiberius door de gouverneur van Judea, Pontius Pilatus.”[3] Vervolgens Josephus, een Joods farizeeër en historicus schrijft het volgende over de kruisiging van Jezus “Deze persoon was de Christus. En wanneer Pilatus hem veroordeeld had om gekruisigd te worden bij zijn beschuldiging door een van onze leiders,[4]

Zelfs de meest beruchte moderne bijbel criticus beweert dat er geen mogelijke twijfel bestaat dat Jezus gekruisigd zou zijn.[5]

Deel 2: Begrafenis van Jezus

Vervolgens wordt Jezus van het kruis afgehaald nadat hij het leven gegeven had. Op dat moment gebeurd het volgende volgens Lukas 23:51

Er was een man die Josef heette en afkomstig was uit de Joodse stad Arimatea. Hij was een raadsheer, een goed en rechtvaardig mens, die de komst van het koninkrijk van God verwachtte en niet had ingestemd met het besluit en de handelwijze van de raad (de ter dood veroordeling van Jezus). 52 Hij ging naar Pilatus en vroeg hem om het lichaam van Jezus. 53 Nadat hij het lichaam van het kruis had gehaald, wikkelde hij het in linnen doeken en legde het in een rotsgraf dat nog nooit was gebruikt.

Wat wij van Joseph van Arimetea weten is dat hij één van de Joodse leden van het gerechtshof was die Jezus veroordeeld had. Hij was tegen het idee om Jezus te veroordelen[6].  Professor Benoit schrijft in ‘The Passion and Ressurection of Jesus’ het volgende over de betrouwbaarheid: “Het feit dat Josef van Arimatea geen positie had in de vroege christelijke frame (of positie van autoriteit) werkt ten voordele voor de historische traditie.[7]” Wat dit punt nog eens versterkt is het feit dat er geen andere historische verhalen of theorieën bestaan, binnen en buiten de bijbel, dan dat Jezus in de graf tombe van Josef van Arimetea geplaatst is. Hierdoor wordt het bestaan en de overname van zijn lichaam door Jozef zoals de bijbel dit schets historisch aannemelijk, er is immers geen andere these. Voor deze reden hebben, volgens John A. Robinson van Cambridge Universiteit, zelfs de grootste Bijbelse critici een historisch consensus over dat Jezus in de graftombe van Josef geplaatst was[8].

Deel 3: De soldaten die de graftombe bewaakten

Nadat het lichaam in de graftombe geplaatst was zien wij dat de Farizeeërs, de leiders van gerechtshof, de opdracht gaven om de graftombe te bewaken zodat niemand het lichaam zou stelen. Mattheus 27:62:

De volgende dag, dus na de voorbereidingsdag, gingen de hogepriesters en de farizeeën samen naar Pilatus. 63 Ze zeiden tegen hem: ‘Heer, het schoot ons te binnen dat die bedrieger, toen hij nog leefde, gezegd heeft: “Na drie dagen zal ik uit de dood opstaan.” 64 Geeft u alstublieft bevel om het graf tot de derde dag te bewaken, anders komen zijn leerlingen hem heimelijk weghalen en zullen ze tegen het volk zeggen: “Hij is opgestaan uit de dood,” en die laatste leugen zal nog erger zijn dan de eerste.’ 65 Pilatus antwoordde: ‘U kunt bewaking krijgen. Ga nu en regel het zo goed als u kunt.’ 66 Ze gingen erheen en beveiligden het graf door het te verzegelen en er bewakers voor te zetten.”

Het is niet volledig duidelijk of het Romeinse soldaten waren die de opdracht kregen om het graftombe te bewaken of dat het Joodse tempel wachters waren. De reden waarom het Joodse tempel wachters konden zijn is vanwege de uitspraak van Pilatus in de grondtekst van Matteus 27:65 “echete koustOdian“, dat staat voor “jullie hebben bewakers[9]. Het zou echter in beide gevallen niet uitmaken gezien dat de steen verzegeld zou zijn met een Romeinse zegel[10]. De zegel stond voor de autoriteit en de macht van het Romeinse rijk. Het breken van de zegel betekent rebelleren tegen het Romeinse rijk wat tot gevolg de doodstraf levert[11]. Dus in beide gevallen of het nou Romeinse soldaten waren of Joodse wachters, beiden zouden de verzegelde steen met hun leven bewaakt hebben. Daarnaast hebben wij te maken met de volgende, de steen zelf. De stenen waarmee de graftombes gesloten werden waren groot en zwaar. Dus het stiekem stelen van het lichaam van Jezus zou niet eenvoudig geweest zijn. Om in het graf te komen moet je dus eerst langs de bewakers én vervolgens een zware steen wegrollen.

Deel 4: Het lege graf

Vervolgens gebeurd het volgende: het graf werd leeg gevonden. Volgens de Bijbelse verhaal zien wij in Lukas 24

En op de eerste dag van de ​week​ gingen zij, heel vroeg in de morgen, naar het ​graf​ en brachten de specerijen mee die zij gereedgemaakt hadden, en sommigen gingen met hen mee. 2 Zij nu vonden de steen afgewenteld van het ​graf. 3 En toen ze naar binnen gegaan waren, vonden zij het lichaam van de Heere ​Jezus​ niet.”.

Het Bijbelse verhaal geeft aan in verschillende evangeliën dat de bewakers in slaap gebracht werden door “twee mannen met blinkende gewaden” en dat zij vervolgens de steen weggerold hebben.

Het verhaal die de Joodse leiders vervolgens naar voren brachten was dat het lichaam gestolen is door de apostelen toen de bewakers aan het slapen waren. Dit is een argument dat in het jaar 165 door Justin Martyr opgeschreven is in zijn Dialoog met Trypho hoofdstuk 108

Een goddeloos en wetteloos ketterij is opgewekt door die ene Jezus, de Galileese misleider, wie wij gekruisigd hebben, maar zijn discipelen hebben zijn lichaam gestolen in de nacht uit zijn tombe waar hij geplaatst was wanneer hij van het kruis afgehaald werd. En nu misleiden zij de mensen door te zeggen dat hij van de dood opgestaan is en in de hemel is.”

Er is ook een ander getuigenis gegeven door de Joodse gemeenschap in de zesde eeuw om Jezus te belasteren. In het werk Toledoth Yeshu is Jezus beschreven als een onwettig bastaard kind van een soldaat genaamd Joseph Pandera. Ook hier werd hij gezien als een misleider die de mensen van de waarheid wegbracht. Daarin wordt over zijn dood als paragraaf het volgende geschreven:

Er werd ijverig gezocht naar het lichaam van Jezus en het werd niet gevonden in zijn graf. Een tuinier had zijn lichaam gepakt van het graf en bracht hem in zijn tuin en begroef hem in de zand waarop water de tuin in kwam.[12]

Figuur 2: Antieke graftombe’s

Beide tegen argumenten kennen het dilemma dat het lichaam niet zo maar gestolen kon worden door de apostelen. Ten eerste vanwege de bewakers die daar met hun leven de graftombe bewaakten. Ten tweede ook al zouden zij in slaap gevallen zijn, dan alsnog zou het wegrollen van de steen met diverse mensen niet ongehoord gaan. We weten dat ze niet gedood zijn omdat die bewakers achteraf in Matteus 28 met Joodse priesters in gesprek gaan. En daarnaast als ze in slaap zijn hoe konden zij weten dat het de apostelen zijn? Sterker nog, hoe dit ook bekeken wordt het feit blijft: Het graftombe was leeg. Immers het zeggen dat er in een tombe eerst een lichaam was en dat het dan gestolen is refereert dat het lichaam dat eerst was daar nu niet meer is. Zodoende het lege graf, wat dus ook door Joden wordt erkent is niet bestreden

Deel 5: De opstanding beweringen

De eerste opstanding beweringen werden gedaan door de “twee mannen met blinkende gewaden” aan de vrouwen die de graftombe wilden bezoeken aan het einde in de evangeliën. De vrouwen vertelden het vervolgens door aan de apostelen. Wat contextueel indrukwekkend is omdat een getuigenis van vrouwen in die historische context niet erg serieus genomen werd. Vervolgens zien wij dat de apostelen naar de graftombe rennen om te zien of het inderdaad leeg was of niet. Daarna wanneer ze weer bij elkaar verzameld zijn in hun huis worden zij bezocht door Jezus volgens Johannes 20:19

Toen het nu avond was op die eerste dag van de ​week​ en de deuren van de plaats waar de discipelen bijeen waren, uit vrees voor de ​Joden​ gesloten waren, kwam ​Jezus​ en Hij stond in hun midden en zei tegen hen: ​Vrede​ zij u! 20 En nadat Hij dit gezegd had, liet Hij hun Zijn handen en Zijn zij zien. De discipelen dan verblijdden zich toen zij de Heere zagen.”

Kort daarna begint Petrus vrijuit ijverig open in de straten te preken over de opgestane Jezus op de dag van Pinksteren. Daar waren duizenden mensen aanwezig, waarvan ook Joodse leiders. Nu konden zij Petrus makkelijk weerleggen en ontmaskeren als het  lichaam van Jezus inderdaad in de tuin begraven was zoals dat beweert werd. Dat deden ze niet en konden het ook niet omdat zowel zij als Petrus wisten dat dat niet het geval zou zijn maar zoals Petrus het ijverig  toesprak, hij opgestaan zou zijn. John Warwick beschrijft: “Het is ondenkbaar dat de vroege christenen zulke verhalen konden fabriceren en dan zo openlijk bij in de aanwezigheid van Joodse leiders konden prediken die hen makkelijk konden weerleggen door het tonen van het begraven lichaam van Jezus.”[13] Sindsdien gingen Petrus en de andere apostelen voor een tijd ijverig een opgestane Jezus verkondigen. C.S. Lewis zegt het volgende over hoe een apostel gezien werd: “In de vroegste dagen van het Christendom werd een ‘apostel’ ten eerst gezien als een man die beweerde de opgestane Jezus gezien te hebben”[14]Om de getuigenis compleet te maken hebben wij nog een persoon genaamd Saulus. Hij was een Joodse Schriftgeleerde die onder de stroming van Farizeeërs viel. Hij nam het op zich om de eerste christenen te vervolgen en te doden die meenden een opgestane Jezus gezien te hebben. Echter onderweg naar Damascus om een menigte christenen te vangen wordt hij persoonlijk bezocht door de opgestane Jezus volgens Handelingen 9:3

En terwijl hij onderweg was, gebeurde het dat hij dicht bij Damascus kwam. En plotseling omscheen hem een licht vanuit de hemel, 4 en toen hij op de grond gevallen was, hoorde hij een stem die tegen hem zei: Saul, Saul, waarom vervolgt u Mij? 5 En hij zei: Wie bent U, Heere? En de Heere zei: Ik ben ​Jezus, Die u vervolgt. Het is hard voor u, met de hielen tegen de prikkels te slaan.

Figuur 3: Paulus verblindt nadat Jezus hem benadert. Door Caravaggio, uit het jaar 1601.

Later is Saulus tot bekering gekomen en is volgeling van Jezus geworden, die sindsdien Paulus werd genaamd. Bijna de helft van het nieuwe testament, “de brieven van Paulus”, zijn door hem gepubliceerd. Hij heeft het christelijk geloof tot in Rome verkondigd en is in dat proces vaak gemarteld en in gevangenschap gezet omwille van het verkondigen van het evangelie van Jezus. Uiteindelijk is hij ook gedood in Rome omdat hij niet ophield met het verkondigen van Jezus. Hierop schrijft zelfs Joseph McCabe, een vrijdenker en één van de meest bekende ongelovigen begin twintigste eeuw “Paulus was volledig overtuigd over de opstanding; en dit bewijst dat dit kort na de dood van Jezus grootschallig gelooft werd.”[15]

Daarnaast hebben wij ook de bewering van de moderne scepticus Shirley Jackson Case van Universiteit van Chicago. Hij gaf het volgende uiteindelijk toe: “De getuigenis van Paulus alléén al is voldoende om ons te overtuigen, zonder twijfel, dat de opstanding in het algemeen geaccepteerd werd in zijn tijden-een getuigenis dat met de tijd steeds meer ondersteund werd, namelijk door de ooggetuigen.” [16]

Uiteraard kunnen er ook critici zijn die de betrouwbaarheid van de getuigenissen kunnen uitdagen. Zo zou er eerst afgevraagd kunnen worden: wat als zij gelogen hebben? Wat als Jezus helemaal niet opgestaan is uit de dood maar zij het gewoon verzonnen hebben om hun geloof te rechtvaardigen? In dat geval is het belangrijk om in overweging te brengen wat de apostelen hiermee wilden bereiken of winnen. Geld? Geld kregen zij hier niet voor, sterker nog ze verkochten al hun bezettingen volgens Handelingen 2-3. Wellicht hebben zij gelogen om zo hun christelijk geloof te behouden? Het prediken dat Jezus opgestaan is van de dood was levensgevaarlijk voor hen. Dus als ze dat zouden doen zou dat betekenen dat ze hun leven zouden riskeren voor een leugen. Wat onlogisch zou zijn, omdat zij de mogelijkheid hadden om in vrede hun leven voort te zetten als ze afstand namen van hun christelijk geloof na de kruisiging van Jezus. En als het een leugen is dan zou men op het moment wanneer hij bedreigd wordt de waarheid onthullen. Zoals Wayne Jackson het terecht beschrijft “het kan zijn dat mensen misleid voor een verzonnen religie zouden sterven, ze zullen niet vrijwillig sterven voor iets wetende dat het een hoax zou zijn. [17]Echter zien wij juist de tegengestelde. De apostelen bleven een opgestane Jezus verkondigen hoewel zij bedreigd werden. Sterker nog bijna alle apostelen zijn juist om deze reden ter dood gebracht.  Fox’s Book of Martys beschrijft dat Paulus onthoofd was, Petrus gekruisigd (hoogwaarschijnlijk onderste boven), Thomas was doorstoken met een speer, Matteus was geslacht met een hellebaard, Andreas was gekruisigd en dat gaat maar door behalve apostel Johannes die wellicht de enige is die niet gedood is.[18] Soortgelijke beschrijving vinden wij ook van Eusebius, één van de kerkvaders in vroeg-christelijke fase. Hij schrijft dat Paulus in Rome onthoofd was en dat Petrus daar ook tot dood gebracht werd door middel van kruisiging.[19]

Het volgende tegengeluid wordt ook wel gegeven: wat als de opstanding een hallucinatie was? Het komt wel eens voor dat één persoon iets ziet wat hij graag zou willen zien. Hierop zegt Gary Habermas het volgende over de gemaakte kritiek:

Hallucinaties zijn zeer zeldzaam. Het wordt meestal veroorzakt bij het gebruik van drugs of lichamelijke ontzetting. De kans is groot dat je niemand zou kennen die ooit gehallucineerd heeft zonder onder invloed te zijn hiervan. Maar nu moeten wij geloven dat veel mensen van verschillende afkomsten en plaatsten in loop der weken een opgestane Jezus gehallucineerd hebben? Dat brengt een zeer gespannen hypothese voort, of niet?”[20]

Het is belangrijk om in te zien dat het christelijk geloof bij de apostelen dood was op het moment wanneer Jezus gekruisigd werd. Ze waren immers vol verwachting dat de Messias (Jezus) hen zou bevrijden en vrede in de wereld zou brengen. Die hoop stierf op het kruis dus er moest iets zijn gebeurt wat hen van laffe Jezus verloochenende volgelingen heeft veranderd tot moedige evangelisten. Zoals Luke Thomson dat beschrijft in zijn boek The Real Jesus “…er moet iets bijzonders gebeurd zijn, een sterke transformatie vereisende gebeurtenis die het vroege christendom tot een beweging veranderd heeft[21].” De opstanding heeft de apostelen ook zo zeer veranderd dat zij de wereld in zijn gegaan en de opstanding verkondigd hebben ondanks vervolging, mishandeling en de dood. Zoals Bart Ehrman, een modern Bijbel criticus, het verwoordt:

Het is een historisch feit dat de volgelingen van Jezus tot de overtuiging kwamen dat hij (Jezus) uit de dood was opgewekt kort na zijn executie. Sommigen van deze gelovigen kennen wij bij naam; één van hen, de apostel Paulus, beweert overduidelijk dat hij Jezus levend gezien heeft na zijn dood.[22]

Conclusie

We zien dat er dus sterke historische argumenten bestaan die als feiten weergegeven worden voor de kruisiging van Jezus,de begravenis van Jezus en het lege graf. Er zijn daarnaast sterke indicaties om te geloven dat het graf bewaakt werd door de soldaten en dat de opstanding daadwerkelijk plaatsgevonden heeft. Zodoende het antwoord of er indicaties zijn om te geloven dat het christelijk geloof gefundeerd is op historische gebeurtenissen van kruisiging tot en met de opstanding van Jezus.

 

Referentielijst

[1] Nu is nooit beweerd dat dit een natuurlijke gebeurtenis is geweest. Zodoende is de tegenwerping dat mensen niet opstaan uit de dood en de empirie van mensen die gestorven zijn onvoldoende om te stellen dat het niet kan. De regel dat men niet opstaat uit de dood wordt juist bevestigd doordat men het hier als wonder beschouwt.

[2] Jackson, Wayne (2005), The Acts of the Apostles from Jerusalem to Rome (Stockton, CA: Christian Courier), second edition, p.298.

[3] Tacitus, Cornelius P. (1952 reprint), The Annals and the Histories, trans. Michael Grant (Chicago, IL: William Benton), Great Books of the Western World Series, vol. 15 p.44

[4] Sanders, E.P. (1993), The Historical Figure of Jesus, New York: Lane-Penguin, p.15

[5] Ehrman, B (2012), Why was he killed? https://ehrmanblog.org/why-was-jesus-killed-for-members/

[6] Raymond E. Brown, The Death of the Messiah, 2 vols. (Garden City, N.Y.: Doubleday, 1994), 2: 1240-1

[7] So P. Benoit (1970), The Passion and Ressurection of Jesus, New York: Herder, p. 228-229

[8] John A. T. Robinson, The Human Face of God (Philadelphia: Westminster, 1973), p.131

[9] Interlineaire vertaling Matteus 27, Scripture4all, www.scripture4all.com

[10] Dictionaries – Baker’s Evangelical Dictionary of Biblical Theology – Seal

[11] McDowell, J. Evidence that Demands a Verdict. Here’s Life Publishers, Inc., 1972,1979

[12] M. Siebeck (2014), Toledot Yeshu: The Life Story of Jesus,  Texts and Studies, Burial p.101

[13] Montgomery, John Warwick (1964), History and Christianity (Downers Grover: InterVarsity)

[14] Lewis, C.S. (1975), Miracles (New York: Touchstone), p.188

[15] McCabe, Joseph (1993), The Myth of the Resurrection and Other Essays (Amherst, NY: Prometheus, reprint of 1926 edition, p.24).

[16] Case, Shirley Jackson (1909), “The Resurrection Faith of the First Disciples,” American Journal of Theology, pp. 171-172, April.

[17] Jackson, Wayne (1982), “He Showed Himself Alive by Many Proofs,” Reason & Revelation, 1:33-35, August., p.34-35

[18] Forbush, William B., ed. (1954), Fox’s Book of Martyrs (Grand Rapids, MI: Zondervan), p.2-5

[19] Eusebius, Ecclesiastical History, Book 2, chapter 25.

[20] Strobel, Lee (1998), The Case For Christ (Grand Rapids, MI: Zondervan), p.239.

[21] Luke Timothy Johnson, The Real Jesus (San Francisco: Harper San Francisco, 1996), p. 136

[22] The New Testament: A Historical Introduction to the Early Christian Writings. Third Edition. New York, Oxford: Oxford University Press, 2004.276).

Heeft Jezus Christus echt bestaan
door Elbert Pogosjan

 

Het christendom is gecentreerd op de persoon Jezus Christus. Hij is de grondlegger van het christelijk geloof en de hoop waar christenen voor leven. In de meeste gevallen wordt zijn bestaan als waar aangenomen. Er zijn echter ook mensen die geloven dat Jezus nooit bestaan heeft en het christendom zodoende een fabeltje is. De vraag is dus naar Jezus zijn bestaan. Dit artikel gaat in op de historisch betrouwbaarheid van de persoon Jezus Christus en we nodigen u als lezer uit om mee te lezen en uw eigen conclusie te trekken op grond van het voorliggende historische bronnen.

Om tot een conclusie te kunnen komen dienen we eerst vast te stellen hoe te weten of een historisch persoon echt heeft bestaan. Eerst een kort voorwoord over hoe historische wetenschap werkt. Historisch wetenschap focust zich op indicaties vanuit de oudheid. De indicaties geven de aannemelijkheid aan of een persoon bestaan heeft of niet, of een persoon goed was of kwaad etc. Dit zijn punten waar men over kan discussiëren of in twijfel raken. Dankzij de (voldoende) indicaties weten wij, en zeggen wij, dat bijvoorbeeld Caesar of Alexander de Grote echt bestaan hebben. Als wij naar Julius Caesar kijken; we zien dat er standbeelden van hem zijn, geld munten onder zijn naam, manuscripten over hem etc.

Figuur 1: Caesar munt

Of Alexander de Grote, die ook manuscripten, standbeeld en ook territoriale nalatenschap heeft. Beide hebben sterke historische indicaties, waar de één sterker is op een bepaald punt dan de ander. Bijvoorbeeld muntgeld van Caesar die bij Alexander niet voorkomt. Terwijl als we naar manuscript overlevering kijken, die zijn in verhouding wat zwakker bij Caesar. De oudste kopie van een over hem geschreven manuscripten dateert ongeveer 900 jaar na zijn dood. Maar dat op zich is geen dilemma, er wordt immers naar het grote plaatje gekeken. Als er voldoende materialen en indicaties zijn, die het plaatje versterken, dan zeggen wij vanuit een consistent oogpunt; deze mensen hebben echt bestaan, dit is een historisch feit.

Nu echter als we naar Jezus kijken hebben wij 42 bronnen al binnen de eerste 150 jaar na zijn dood.[1] Zijn sterkste historische indicaties zijn, als je het mij vraagt; de getuigenissen van de eerste mensen, de manuscript traditie en zijn nalatenschap. Vooral de getuigenissen over Jezus vind ik in verhouding het sterkst. Dit zijn onder andere binnen en buiten Bijbelse bronnen die beiden als historisch betrouwbaar geacht worden. Sommige sceptici nemen de Bijbel niet aan als een betrouwbaar historisch document vanwege het religieus accent of de wonderen die daarin plaats vinden. Echter Bart Ehrman onder andere, een van de grootste christelijke critici, geeft aan dat hoewel hij niet in God gelooft het  Nieuwe Testament wel een betrouwbare bron van informatie is op gebied van geschiedenis[2]. Maar het bestaan van Jezus hoeft niet per se vanuit de Bijbel aangetoond te worden, dat kan ook door buiten Bijbelse, non-christelijke, bronnen gedaan worden. Hoewel er in het algemeen veel historische argumenten zijn over zijn bestaan, wil ik in deze artikel het beperken tot buiten Bijbelse manuscripten over Jezus. Laten we eerst kijken naar de Romeinse, toen der tijd anti-christelijke bronnen.

Gaius Suetonius Tranquillus

Een van de getuigen uit het  Romeinse rijk is van Suetonius begin eerste eeuw, 120 na Christus. Zijn invloed in de rijk werd belangrijk geacht waar hij bijvoorbeeld in zijn werk belangrijke informatie over de Romeinse leiders deelt, onder andere van Caligula, Tiberius, Claudius, Nero enz.[3]Tweemaal vinden we dat Suetonius naar Jezus en zijn volgelingen refereert in zijn werken. Bijvoorbeeld in een van zijn werken over Claudius beschrijft hij over christenen “Omdat de Joden in Rome voortdurend een hinder vormden door hun Chrestus aan te dringen heeft hij (Claudius) hen uit de stad verdreven.”[4]. Dit verhaal komt ook in Bijbel voor in Handelingen 18:“Daar leerde hij Aquila kennen, een Jood uit Pontus, die kort daarvoor met zijn vrouw Priscilla uit Italië was gekomen omdat Claudius had bevolen dat alle Joden Rome moesten verlaten.” Wat bevestigt dat de Bijbel ook een betrouwbare bron van geschiedenis is. Het woord Chrestus is volgens Sanders een grammaticale spelfout van het woord Christos, wat de Messias (refererend naar Jezus zijnde de gezalfde) in de Joods cultuur betekent, wat in de Romeinse kringen een onbekend woord is.[5] Een ander getuigenis van Suetonius is te vinden in zijn werk toegewijd aan Nero. In zijn tweede werk schrijft hij over christenen “Bestraffingen werden ook op de christenen toegebracht, een sekte die een nieuw en ondeugende religie praktiseerde”[6]. Dit ook is chronologisch accuraat omdat in die tijd het christendom een nieuwe geloofsbeweging was.

Publius Cornelius Tacitus    

Volgende voorbeeld is de Romeinse historicus Tacitus. Zoals te verwachten was hij ook erg tegen de christelijke beweging omdat er niemand anders dan de keizer de koning genoemd mocht worden. Christenen getuigen immers dat Jezus de ware koning is. Tacitus was een gestudeerd persoon die een hoge positie in de provinciale bestuur had onder keizers zoals Nerva of Trajan[7]. Hij schrijft over christenen in zijn welbekende werk Annals in het jaar 115 na Christus. Het context waarover hij schrijft speelt zich in het jaar 64 na Christus, waar een grote brand uitbreekt in Rome. Velen uit Rome verdachten dat Nero het brand gestart had, echter volgens Tacitus gebruikte hij de christenen als de zondebok en gaf de schuld aan hen.

“Nero fabriceerde zondebokken – en bestrafte de beruchte verdorven christenen. Hun aanlegger, Christus, was geëxecuteerd in Tiberius door de gouverneur van Judea, Pontius Pilatus. Ondanks de tijdelijke tegenslag kwam de dodelijke bijgeloof weer tot leven, niet alleen in Judea maar het ging zo ook door tot in Rome.[8]

Brand in Rome door Hubert Robert (1785)

We zien niet alleen dat Jezus hier aangehaald wordt als historisch figuur die een rol heeft gespeeld in Romeinse rechtssysteem maar we zien ook dat de Romeinse persoon die hier aansprakelijk voor was ook vermeld wordt, Pontius Pilatus. Dit maakt het verhaal rationeel aannemelijk dat Jezus een historische figuur zou zijn. Daarnaast komt dit verhaal ook terug in de Bijbel, wat niet alleen het verhaal tweemaal bevestigt dat Jezus bestaan zou hebben maar dat de Bijbel opnieuw als historisch betrouwbaar bron overkomt. We lezen dit namelijk in Matteüs 27:1

 “Toen het ochtend geworden was, kwamen al de overpriesters en de oudsten van het volk met betrekking tot Jezus gezamenlijk tot het besluit Hem te doden. 2 En zij boeiden Hem, leidden Hem weg en leverden Hem over aan Pontius Pilatus, de stadhouder.” – NBV

Historicus Ronald Mellor, een persoon die Tactus zijn werken bestudeerd heeft, vermeld dat de Annals geproduceerd door Tacitus een van de hoogtepunten zijn van de Romeinse geschiedenis documenten.[9]

Plinius de Jongere

Een ander voorbeeld van Romeinse verwijzing is door Plinius. Hij heeft de term christen zeven keer in zijn brieven gebruikt. Ook gebruikte hij de titel Christus om de grondlegger van de nieuwe religieuze ‘sekte’, zoals het toen der tijd genoemd werd, aan te duiden. Ongeveer in het jaar 110 na christus kreeg Plinius de taak om te regeren in Bithynia. Daar kwam hij, zoals hij dat beschrijft, een dilemma tegen waar hij nog onbekend mee was. Hij schrijft “Ik ben nog nooit bij een verhoring van een christen geweest; daarom weet ik niet wat de normale straffen zijn en wat de straf grenzen zijn.”[10]  Hij zegt dat wanneer er een christen bij hem gebracht werd hij hen eerst vroeg of ze christenen zijn. Als ze toe gaven dan vroeg hij dat weer, drie maal opnieuw. Als zij dat bij de derde keer nog steeds volhoudend aangaven dan gaf hij zijn soldaten de opdracht om hen te doden.[11]

 Buiten Romeinse getuigen

Uiteraard zijn er ook buiten Romeinse referenties geweest over Jezus Christus. Één van deze mensen is Celsus, die een klein werk produceerde in het jaar 178 na Christus (True Discourse) om het christendom belachelijk te maken. Hij schrijft daarin dat Jezus zijn geboorte het resultaat was van dat Maria vreemdging met een Romeinse soldaat. Verder dat Jezus zich op een gegeven moment de weg kwijt raakte en zichzelf God begon te noemen waardoor de Joden hem als reactie op zijn uitspraak gedood hadden.

Van non-Romeinse bronnen, die serieuzer genomen kunnen worden, is het citaat van Josephus. Zijn citaat is het meest bekende en tegelijk ook meest bediscussieerde. Wat wij over hem weten is dat hij een jonge farizeeër was gestudeerd in de wet en geschiedenis[12]. In zijn werk Antiquities 18:3:3 schrijft hij twee keer over Jezus.

“Het was ongeveer in deze tijd dat Jezus tevoorschijn kwam, een wijze mens, als we hem een mens kunnen noemen. Hij deed namelijk wonderbaarlijke dingen, was een leraar vol liefde voor de waarheid. Hij leidde de Joden en ook Grieken naar een andere weg. Deze persoon was de Christus. En wanneer Pilatus hem veroordeeld had om gekruisigd te worden bij zijn beschuldiging door een van onze leiders, zij die van hem hielden bleven volhouden; immers hij kwam weer levend bij hen op de derde dag, zoals de heilige profeten over deze en duizend andere dingen over hebben gesproken hadden. En zelfs nu heb je de stam van de christenen, genaamd na hem, die niet uitgestorven is.”

Dit stukje tekst heeft veel twijfel met zich mee gebracht vanwege de sterke pro-christelijke taal gebruik, waardoor het op een christendom verheerlijking lijkt geschreven door een christen.  Er is echter geen bewijs vanuit tekstueel kritiek dat zo een claim zou ondersteunen[13]. Sterker nog de tekst komt overeen met zijn andere teksten op het gebied van grammaticale schrijfstijl en taalgebruik[14]. Hierop zegt Habermas:

“Er zijn veel indicaties in de tekst die het authentiek maken. Er is geen tekstueel bewijsmateriaal hiertegen en omgekeerd hebben we hier een goed manuscript bewijs dat dit een verslag is over Jezus, wat dus moeilijk maakt om het te negeren. Daarnaast, meest bekende geleerden die hieraan gewerkt hebben  [Daniel-Rops, 1962, p. 21; Bruce, 1967, p. 108; Anderson, 1969, p. 20] getuigen dat dit geschreven is in de stijl van deze joodse historicus.”[15] 

Josephus voegt verder in zijn werk Antiquities bij 20:9:1 wat meer informatieve over Jezus. Hij schrijft dat een persoon genaamd Ananus een man bij Sanhedrin bracht die Jacobus heette (James in het Engels) die de broer van Jezus zou zijn, de zogenaamde Christus. Hier werd Jacobus veroordeeld om gestenigd te worden. Door de tekst critici wordt op dit punt aangegeven dat de manier hoe Jezus in dit context gerefereerd wordt erop lijkt te wijzen dat hij in eerdere citaten eerst voorkwam[16]. En de plek daarvoor waar Jezus benoemd werd is het citaat die wij in Antiquities 18 vonden wat hierboven geplaatst is. Maar ook al zou de citaat van antiquities 18 onbetrouwbaar zijn, waar er geen reden voor is om te geloven dat het wel zou zijn, dan alsnog zien we dat Josephus over Jezus schrijft in zijn werk.

Dit zijn onder andere een paar voorbeelden die zijn bestaan aannemelijk maken. Om het plaatje rond te krijgen, zelfs de moderne en meest bekende ciritci tegen het christendom geven aan dat Jezus bestaan heeft. Zo geven onder andere Richard Dawkings, Bart Ehrman, Paula Frederickson etc in hun interviews toe dat het ondenkbaar is om te zeggen dat Jezus niet bestaan zou hebben. Yamauchi, een Japanse historicus, vulde hier nog sterker aan toe dat wij zonder Bijbel bij te pakken uit de geschiedenis volgende dingen over Jezus kunnen uithalen. Dat hij ten eerst een Joodse leraar was. Ten tweede veel wonderen verrichte. Hij was veroordeeld door de Joodse leiders. Vierde dat hij onder het bevel van Pontius Pilatus gekruisigd werd. Vijfde dat hoewel hij gestorven was zijn discipelen tot hun dood een uit de dood opgestane Jezus verkondigden. Als laatst dat iedere christen, of het nou Joods was of Romeins, Jezus als God zag en hem vereerde als goddelijk figuur [17].

 

 Referentielijst


[1] Gary Habermas and Michael Licona, The Case for the Resurrection of Jesus, Grand Rapids: Kregel, 2004, p. 233.

[2] Ehrman, B. (2006) Miquoting Jesus: The Story Behind Who Changed the Bible and Why, HarperCollins, p.252

[3] Suetonius (1957 reprint), The Twelve Caesars, trans. Robert Graves, London: Penguin, p.7

[4] Suetonius (1957 reprint), The Twelve Caesars, trans. Robert Graves, London: Penguin, Claudius 25:4

[5] Sanders, E.P. (1993), The Historical Figure of Jesus (New York: Lane-Penguin).

[6] Suetonius (1957 reprint), The Twelve Caesars, trans. Robert Graves, London: Penguin, Nero 16:2

[7] Tacitus, Cornelius P. (1952 reprint), The Annals and the Histories, trans. Michael Grant (Chicago, IL: William Benton), Great Books of the Western World Series, vol. 15 p.7

[8] Tacitus, Cornelius P. (1952 reprint), The Annals and the Histories, trans. Michael Grant (Chicago, IL: William Benton), Great Books of the Western World Series, vol. 15 p.44

[9] Mellor R. (2010) Tacitus’ Annals, Oxford, P. 23

[10] Wilken, Robert L. (1990), “The Piety of the Persecutors,” Christian History, 9:16, p.4

[11] Wilken, Robert L. (1990), “The Piety of the Persecutors,” Christian History, 9:16, p.4

[12] Sanders, E.P. (1993), The Historical Figure of Jesus, New York: Lane-Penguin, p.15

[13] Bruce, F.F. (1953), The New Testament Documents—Are They Reliable? (Grand Rapids, MI: Eerdmans), vierde editie, p.110

[14] Meier, John P. (1990), “Jesus in Josephus: A Modest Proposal.” The Catholic Biblical Quarterly, p.90

[15] Habermas, Gary R. (1996), The Historical Jesus, Joplin, MO: College Press, p.193

[16] Bruce, F.F. (1953), The New Testament Documents—Are They Reliable? (Grand Rapids, MI: Eerdmans), vierde editie, p.109

[17] Yamauchi, Edwin M. (1995), “Jesus Outside the New Testament: What is the Evidence?,” Jesus Under Fire, ed. Michael J. Wilkins and J.P. Moreland, Grand Rapids, MI: Zondervan. P.222